TERUG NAAR TOEN: 17 april 1945 De onderwaterzetting Het geldkistje van Klaas van t Riet. 505 Over de onderwaterzetting van de Wieringermeerpolder vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog is al veel geschrevenMet behulp van vooral boerenwagens ontvluchtte men op die fatale dag de polder, die dankzij een prachtig voorjaar in volle bloei stond. Dat bijna alle agrariërs de polder verlieten met paard en wagen is bekend. Wat wij ons afvroegen was: "Hoe ondernamen middenstanders en bewoners in de dorpen de wijk naar elders?" De redactie zocht daartoe huidige bewoners van toen op met die vraag, en wat zij zich herinneren van die dag en de tijd daarna. Zo brachten we een bezoekje aan de heer Klaas van 't Riet, de vroegere slager te Wieringerwerfen aan de heer en mevrouw Karman die in Middenmeer aan de Havenstraat nog genieten van een redelijke gezondheid en een prachtig uitzicht op de haven, die binnenkort gerenoveerd gaat worden. Zichtbaar blij en enthousiast vertelt de voormalige slager, Klaas van 't Riet in zijn woning aan de Helfrichlaan zijn verhaal. Niet omdat de ervaringen van toen hem blij stemmen, maar blijkbaar doet een gesprekje, ook over die barre tijd, hem goed. De nu 87 jarige heer Van 't Riet was op de dag van de onderwaterzetting 32 jaar, gehuwd en had drie kinderen, en hij zwaaide de scepter in de slagerij aan de Terpstraat, die hij had overgenomen van Mollema, en waar nu zoon Antoon het slagersmes hanteert. "Van een vleesomzet moet je je niet teveel voorstellen, want vlees was in de oorlog een schaars artikel, en dus op de bon. Varkensvlees was er bijna helemaal niet. Onze varkens gingen tijdens de oorlog naar Duitsland", komt er enigszins geërgerd uit. In de oorlogsjaren was de toen nog jonge Klaas van 't Riet het zogenaamde ^blokhoofd' van de slagers in de polder. Als zodanig reed hij wekelijks met de auto, (met speciale vergunning als blokhoofd)naar de distributie in Schagen voor de toewijzing van vlees op grond van inlevering van geïnde vleesbonnen. De aldaar toebedeelde vleesvoorraad verdeelde Van 't Riet hierna onder de slagers in de Wieringermeer "Geruchten over onderwaterzetting van de polder deden al langer de ronde", vertelt Van 't Riet. "Volgens Burgemeester Arie Saai was er "niets aan de hand"Dat zei hij op de ochtend van de bewuste 17e april tegen mij toen hij zijn door mij geslachte varken kwam ophalen"Had zijn buurman, dro gist, Ep Dam, hem die ochtend vroeg onnodig gewekt met: "Klaas, kom eruit, de Meer gaat onderwater!" "Om half een die dag hoorden we het dreunen van de ontploffingen aan de dijk. Nu was het dus echt waar. Die middag bracht Klaas van 't Riet, samen met z'n schoonzus zijn 3 kinde ren op de fiets naar een oom in Aartswoud. Van daar gingen de kinderen en schoonzus op de wagen naar opa en oma in Langedijk. Van 't Riet zelf ging weer terug. In Wieringerwerf aangekomen hielp hij zijn collega, kruidenier Hamstra met het bergen van de winkelvoorraad. "Al het spul ging op een boerenwagen, en toen die vol was duwden we die met een paar man naar de aanlegkade in het tegenwoordige Wieringerwerf-Zuid. Daar werd de hele handel in een schuit geladen" Zelf had Van 't Riet toen weinig voorraad in zijn winkel. Weegschalen en een geldkistje met zilveren guldens en rijksdaalders - van klanten in de winkel ontvangen - werden voor alle zekerheid op de vliering gezet, evenals de meubels, die een etage hoger werden gebracht, 't Zou toch zo'n vaart niet lopen". "Je moet de deuren van je huis en slagerij open laten staan, dan blijven de muren wel staan", kreeg Van 't Riet de goede raad van anderen Een veilig heenkomen voor de eerste nacht vonden Van 't Riet en zijn vrouw op de zolder in het Domeinenkantoor, schuin tegenover de slagerijAmbte-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2000 | | pagina 20