Wieringermeerlied. (op de wijs van Sarie Mareis) De Wieringermeer was een stuk van de zee Met golven en deining zo wild Maar nu is de weide getooid met het vee De kracht van het water verstild. O, breng ons terug naar het polderland Daar waar de vriendschap bloeit Waar mannenmoed, die wond'ren doet met eensgezinde hand De kracht van de zee nu boeit. 2 maal De Wieringermeer is een land waar het waait De stormen zijn niet van de lucht Maar al wat de boer in 't land heeft gezaaid Dat draagt in de zomer zijn vrucht. O, breng ons terug naar het polderland Daar waar de vriendschap bloeit Waar mannenmoed, die wond'ren doet met eensgezinde hand De kracht van de zee nu boeit. 2 maal En weer werd de Meer een stuk van de zee De meeuwen zij krijsen er luid In menige storm zijn de huizen verdween Of zijn als een krakende schuit. O, breng ons terug naar het polderland Daar waar de vriendschap bloeit Waar mannenmoed, die wond'ren doet met eensgezinde hand De kracht van de zee nu boeit. 2 maal De Wieringermeer is een pracht van een land Zo wijd en zo welig en rijk Wij hebben ons hart aan de polder verpand Het land in de ban van de dijk. O, breng ons terug naar het polderland Daar waar de vriendschap bloeit Waar mannenmoed, die wond'ren doet met eensgezinde hand De kracht van de zee nu boeit. 487

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1999 | | pagina 20