451
blad 4
dat Brugstraat 11 eigenlijk helemaal klaar voor ons staat.
De voorzitter geeft de gelegenheid aan de leden op de
suggesties in te gaan.
De heer Tekke vraagt, of dit de definitieve oplossing is
voor at.t.e spullen. Antwoord is: ja, er is echt heel veel
ruimte en gaat daar nog even nader op in.
Mevrouw Gerritsen vraagt, of het pand al leeg is.
Antwoord is: ja.
De heer B Bakker vraagt of we het nu kunnen bezichtigen.
Antwoord: Er is licht, alle verlichtingsarmatuur kan zo
worden gebruikt maar we hebben nog geen sleutel.
De heer Kistemaker vraagt of de verkoper het toejuicht, dat
het Genootschap er in zal komen. Antwoord: ja, onze over
eengekomen prijs is zelfs lager dan die van een andere
gegadigde
De heer wim van nam vraagt over de minder goede onderdor
pels en de gietijzeren dakramen. Antwoord is: die worden
vervangen
De heer Teeling vraagt of de voorlopige koopovereenkomst
vervalt als op of na 23 september a.s. het geld niet rond
is. Antwoord: als wij op die datum het geld ofde toezegging
niet hebben, vervalt de hele zaak. We moeten opdie datum
kunnen aantonen, dat we de koopsom kunnen betalen.
Mevrouw Haoeman wijst op de adressen voor subsidie zoals de
Europese Commissie voor Onderwijs. Het bestuur kan kontakt
met haar opnemen over de adressen.
De heer Mollema is positief naar het resultaat.Hij vraagt
naar de brandpreventie voor het belangrijke historiemateri
aal dat werd verzameld.
De heer Beentjes stelt hem gerust.
Daarna gaat de voorzitter over tot de vraag aan de vergade
ring: "Aan het bestuur de toestemming te verlenen het fiat
te geven op het verwerven/huren van een onderkomen voor het
archief en hetgeen daarbij hoort. Ik wil u vragen of u
daarmee akkoord gaat en het bestuur verdere stappen zal
nemen om tot het resultaat te komen.
Het antwoord is een daverend applaus van de vergadering,
waarna de voorzitter de pauze aankondigt.
Tussen de bedrijven door wordt gevraagd, in verband met de
rechtstreekse verhuizing van de Genootschapseigendommen
naar het te verwerven pand, om medewerkers.
Wg de pamse.
Na de pauze brengt de heer Beentjes ter sprake,dat in de