381
EEN SCHEUR IN ONS LEVEN
11
Da lange, stille winter van 1931/32 ontdooide. Zo wordt het
ons elk jaar gegeven. Voor ons gezin werd- het een angstige,
spannende winter. Onze grote, sterke vader voelde pijnen. Hij
bleef aanvankelijk zijn werk doen. Hij smeerde een zalf, die
dokter Beker van Wieringen hem bezorgde. De pijnen werden er
ger. De zalf bleek niet voldoende. Hij moest naar het zieken
huis. Dat was het Centraal Ziekenhuis in Alkmaar. Een opera
tie was nodig en werd uitgevoerd. Een paar dagen later is va
der gestorven. Dat was 23 februari 1932, een datum die wij
nooit zullen vergeten. Een datum die een diepe scheur trok
door moeder's leven. Een datum waarop haar da zware taak werd
opgelegd alleen voor ons te zorgen, voor ons, zes kinderen.
Zij heeft die taak voorbeeldig uitgevoerd. Zij heeft zich al
leen daaraan gewijd.
MOEDERKEN
t En is van U
hiernederwaard
geschilderd of geschreven,
mij, moederken,
geen beeltenis,
geen beeld van u gebleven.
Geen tekening,
geen 1ichtdrukmaal
geen beitelwerk van stene,
't en zij dat beeld,
in mij, dat gij
gelaten hebt, allene.
G, moge ik, U
onweerdig, nooit
die beeltenis bederven,
maar eerzaam laat
ze leven in mij
eerzaam in mij sterven.
Haar strijd om het bestaan was zwaar. Niets vroeg ze voor
zichzelf. Haar fleurige Zeeuwse kleren werden opgeborgen. Tot
haar dood droeg ze 22 jaar lang haar zwarte weduwkleed. Hoe
wel dat werk haar totaal vreemd was, begon ze een kruide
nierswinkel Dankzij de vele welwillende mensen om ons heen,
heeft ze daarin een bescheiden bestaan gevonden. Wij zijn
niets tekort gekomen.