376 NAAR SCHOOL Het uitpakken van de verhuiswagen leverde voor ons als kinde ren enkele verrassingen op. Er kwamen gele, houten ledikanten tevoorschijn. Het nieuwe huis bleek geen bedsteden te hebben. Ja, dan moet je wat anders. Ik kreeg ook een houten ledikant en voelde me groot. Mijn kinderledikant ging naar mijn jonge re broer. De petroleumlamp werd weer opgehangen en de kleine olielampjes werden weer gebruikt, alles net als vroeger. In de keuken was een aanrecht met een gootsteen. Ja, wat een woord voor de bak. Boven de gootsteen zat een mooie, koperen kraan. Daar kwam niets uit want er was nog geen waterleiding In huis was alles er klaar voor. Het was nog wachten op aan sluiting op het net van "het oude land". Het water voor hui selijk gebruik werd genomen uit de regenbak achter het huis. Die regenbak werd regelmatig gevuld met drinkwater. Dat water werd gebracht door de waterschipperCor Hartland. In huis hadden we emmers en kannen met water klaar staan. Het huis was nieuw. Nog maar net klaar. Ons gezin was het vijfde gezin dat op Sluis I kwam wonen. Er stonden achttien woningen. Kort nadat wij aankwamen, werden ook de andere wo ningen bewoond en werd een begin gemaakt met de bouw van de woningen aan de Brink en later aan de Kerkstraat. Alle wo ningen werden gebouwd met dezelfde materialen en in alle wo ningen rook het naar de lak waarmee da trappen werden gelakt. Ons huis was het laatste in de richting van Sluis III. Dat was de tijdelijke naam van de plek dia later Middenmeer heette. Alle woningen waren gebouwd in blokjes van twee. Als je aan de buitenkant naar ons blokje keek, zag je er niets bijzonders aan. De binnenkant van de andere helft van ons blokje was heel anders. Daar waren geen binnenmuren in ge bouwd; daar was één grote ruimte. In die ruimte werd school gehouden Meteen op de eerste maandag na onze aankomst begon de school. Dat was op 2 november 1931. We waren met 13 kinderen. Er was één juffrouw die alle 7 klassen leidde. Juffrouw Van Harlin- gen was vriendelijk en precies. Op de eerste dag vroeg ze in welke klas we hadden gezeten. Aan de hand daarvan kregen we een plekje aan een van de tafels. We zaten op gewone, grote stoelen. Dat was heel anders dan de grote, ouderwetse school banken van het schooltje in Zeeland. Dat waren banken waarop ook mijn moeder had leren lezen en schrijven! Op een stoel aan een tafel, dat was wel leuk. Ik kwam met de le en de 2e klas samen aan een vierkante tafel, met z'n drieen of vieren. Lastig was dat de tafel een onderblad had. Je kon niet gemakkelijk een plekje vinden voor je benen. Heel leuk vond ik dat je elke week een aantal taken kreeg. Je mocht zelf weten wanneer je ging rekenen of lezen of schrijven, als je er maar voor zorgde dat je taken op tijd afkwamen. Ik be-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1998 | | pagina 16