4
374
Wat was Sluis I in die tijd? Als je van Wieringerwaard kwam
maakte de weg vlak voor het dorp een slinger naar rechts om
aan te sluiten op de ophaalbrug. In oost-west-richting lag
het kamp. Twee lange houten barakken, verdeeld in kamers.
Elke kamer bestond uit een eet/zitgedeelte en een slaapge
deelte, telkens voor, ik denk, S personen. De .ene barak was
iets langer dan de andere omdat daar de keukenaan gebouwd
was. Twee kamers waren als woonhuis ingericht, n.1. een voor
de kak—kampbeheerderde familie Por, en een voor de geeste
lijke verzorger, de hervormde candidaat FinkensieperOp de
kamers werden zoveel mogelijk provincie—genoten samen gehuis
vest
De sluis, genummerd Sluis I, hield het waterpeil van de pol
derafdeling richting Wieringen op de gewenste hoogte. Mis
schien waren om die reden de sluis en de ophaalbrug wel de
eerste bouwwerken van het latere Slootdorp. Over de brug ge
gaan, zie je links de cantine. De heer Zwaan verkoopt daar
op beperkte schaal levensmiddelen, verschaft koffie en thee
en verkoopt werkschoenen, laarzen en dergelijke. De cantine
stond waar later de winkel van Van der Kooi is gebouwd.
Wanneer we nu naar links kijken, zien we vóór het kanaal een
kleine keet staan met een paar ruitjes in de wanden. Dat is
het schuilhokje van de pontbediendeDe wég naar Wieringen
gaat over deze pont die doorgaans bediend wordt.
Staan we bij de cantine en kijken we vooruit naar het oosten,
dan zien we in de verte de Terp. Vlak voor de terp staat iets
links het kamp, een werkkamp als in Sluis I. Ook kunnen we
misschien de cantine onderscheideneen mooi houten gebouw,
helemaal groen geschilderd.
Nu komt het: de stenen gebouwen van Sluis I. Dichtbij staat
een dubbel huis; een huis zoals het onze. Aan weerszijden een
donkerbruin gecarbo1ineerd schuurtje. We komen van de cantine
en passeren de eerste helft van het blokje van twee. In die
helft van het blokje woont het echtpaar Theunissen. Amster
dammers, stadsmensen. Zij passen wonderwel in deze eenzaam
heid. Mijnheer Theunissen bezorgt post en doet allerlei
diensten buiten da deur. Mevrouw Theunissen werd al gauw
"Moe" Theunissen genoemd. Zij bediende het postkantoor. Als
enige plaats met telefoonaansluiting was ze betrokken bij
lief en leed van de kampbewonersDp een hartelijke manier
leefde zij inderdaad mee met al die mannen die ver van huis
waren en die soms maanden aaneen van huis verwijderd bleven.
Het postkantoor stond op de plaats van het na-oorlogse pand
Brink 50.
De 18 woningen staan enige honderden meters verderop. Zoals
gezegd, in blokjes van 2. De eerste 5 staan verder van de
weg. De aangebouwde schuurtjes staan aan de achterkant. De
andere 4 blokjes hebben hun schuurtjes op zij aangebouwd. In