Het was, net als voor iedereen, een moeilijke tijd voor ZZW. Begin '44 was de welwillende houding voor het Zuiderzeeproject van de Duitsers en met name van Seys Inquart omgeslagen. De Wehrmacht vorderde materieel van de aannemers van de Zuiderzeewerken voor baggerwerk- zaamheden aan de Noordzeekust ter versterking van de Atlantkwall. Verder werden mensen met razzia's mee genomen. Dan was er de lange winter geweest met veel kou en weinig warmte, en was er honger, want de voedselvoorziening was door de Duitsers ondergeschikt gemaakt aan de oorlogshandelingen. Vanaf januari '45 was het dagelijks rantsoen per inwoner nog maar ca 500 calorieën. (Normaal is 2.400 calorieën.) Dat alles maakte de mensen moe, er was nog maar weinig lust tot werken. Men had andere zorgen. Maar de problemen moesten worden doorgesproken om de zaak draaiende te houden voor zover dat nog mogelijk was. De problemen op de Afsluitdijk rond het spuien zijn groot. Want al zo goed als het hele jaar '44 zijn er voor ZZW problemen met de bezetter over dat spuien. Het is een soort schaken geworden zet en tegen zet. Het was tot de Duitsers door gedrongen dat als ze het peil op het IJsselmeer hoog konden houden dat dienstig kon zijn voor onderwaterzettingen. In november '44 had het water, ten gevolge van de hoge stand van de Rijn, en het niet mogen spuien van Water op de Waddenzee, een record hoogte berijkt namelijk van 36 cm boven N.A.P. De waterschappen die hun water loosde op het IJsselmeer konden dat niet meer. Maar ondanks het altijd aanwezig zijn van Duitse soldaten op de sluizen slaagde het personeel er in het peil te beheersen. Het leek in november '44 wel of de natuur de Duitsers hielp zo nat was het die maand. Gebruikmakend van de hoge waterstand had de bezetter al op grote schaal delen van Noordhoiland en Friesland onderwater gezet. Gelukkig waren de laatste berichten die Van kuffeler binnen had gekregen weer wat gunstiger. De waterstand was eind februari '45 gelukkig onder de door de Duitsers geëiste stand van 20 cm boven N.A.P. gebracht. Maar het was nog altijd te hoog. Dan was er sinds augustus '44 het probleem van de ondermijning van de N.O.P. dijk bij Lemmer. Daar hadden de Duitsers grote gaten in laten graven en die gevuld met springstof. Ook waren er in augustus en november in de N.O.P. door SS politiechef Rauter met zijn macht grote razzia's gehouden onder de polderwerkers. In totaal werden er ongeveer 2,000 man opgepakt. Het werk in de nieuwe polder lag nu nagenoeg stil. Van Kuffeler overlegde met Smeding van de Directie Wieringermeer (Noordoospolderwerken) en met zijn medewerkers, want het mocht toch niet gebeuren dat de Duitsers op het laatste moment de nieuwe polder weer aan het water zou prijs geven Er werd besloten om in de buurt van het bedreigde punt een aantal sleepboten en bakschuiten met zand, alsmede spoormaterieel en draglines te concentreren die in geval van een doorbraak de schade beperkt moesten houden. Ook personeel in en nabij de N.O.P. moest beschikbaar blijven. En nu, eind maart, was daar het bericht binnen gekomen waar de ZZW ers een schok van kregen. De Duitsers willen nu ook de Wieringermeer onder water zetten. O.a. daarom had Van Kuffeler zijn mensen ook bijeen geroepen. Wat te doen Formeel had ZZW al vanaf 1936 niets meer met de Wieringermeer van doen. Ze hadden de polder immers overgedragen. Maar toch voelden de ZZW ers zich verbonden met "hun" eerste polder. Bekend was geworden dat het "Heemraadschap" de Stonïelerschutsluis naast het gemaal Leemans had laten vol storten rnet zand. Ze besloten als ZZW, gasolïe aan te vragen, fietsen, fietsbanden, schoeisel en overalls te verzamelen. En het personeel in Edam werd gewaarschuwd om zich gereed te houden voor herstelwerkzaamheden. Maar meer kon ze niet doen. 2 332

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1998 | | pagina 7