ZZW EN DE INUNDATIE VAN DE WlERINGERMEEFt. ledereen weet dat de Wieringermeerdijk in augustus 1945 weer werd gesloten. Maar niet iedereen weet dat het herstel werd gedaan door de Dienst der Zuiderzeewerken de ontwerper en maker van de polder, en niet door de beheerder, het Heemraadschap de Wieringer- meer, dat in januari 1944 het beheer en onderhoud van de weg- en waterbouwkundige werken had gekregen. En zeker niet iedereen weet hoe die dienst dat gedaan heeft. Wat waren de voorbereidingen en hoe ging het herstel. En er was haast bij, want men wilde de polder voor de winter weer droog hebben. Eerst werd er op het kantoor van ZZW in Den Haag gewerkt, later toen op papier alles rond was ging men daadwerkelijk aan het werk om de polder droog te krijgen. Voor de mensen in de omgeving van de Wieringermeerpolder waren er vanaf juli '45 activiteiten zichtbaar van af de randen van de polder. Eerst bij de Overlekeresluis en wat later bij de Lely bij Medemblik; en bij de Leemans nabij Den Oever en weer wat later bij de Westfriese Sluis nabij Kolhorn. Van welke kant men de polder ook inkeek zag je water en nog eens water, en iedereen die ai dat water zag dacht dan hoe lang nog. Maar onzichtbaar voor de meeste mensen werd er hard gewerkt om de dijk te sluiten. De mensen hoopten dat het snel zou gaan. Als de wind weer eens aantrok dan gingen de gedachten van velen naar de polder. Hoe zou het zijn Van avond wil ik u meenemen weer terug in de tijd. En proberen u inzicht te geven wat ZZW gedaan heeft om de problemen aan te pakken en hoe aannemer Van der Hoeven te werk is gegaan. Direct na de oorlog was de vraag kan de polder snel weer droog zijn. Maar een probleem was dat in die tijd niet alles zomaar beschikbaar was, omdat er van alles te kort was. Ook al had de Wieringermeerpolder met Zeeuwse eiland Walcheren voorrang op de rest van Nederland bij het herstel. Ze waren het zwaarst getroffen. Daarom was het initiatief van dijkgraaf ir Ovïnge op 23 april 1945 goed geweest om het bergen van aangespoelde materialen ter hand te nemen. Aan de rand van de polder waren enige terreinen daarvoor ingericht. Om verlies van materialen te voorkomen bij instorting en tevens om het gewicht op de daken te verminderen werd door de Domeindienst naderhand de berging van dakpannen en hout van de in het waterstaande opstallen verzorgd. Door dit initiatief kon een vrij aanzienlijke hoeveelheid materiaal worden behouden wat blijkt uit de globale schatting. Er werd opgeslagen: 8.000 m3 aangespoeld hout en 2.000 m3 gesloopt hout. Het niet meer verwerkbare hout werd als brandhout beschikbaar gesteld voor de geevacueerde Wieringer- meerders en voor de bakkers in plaatsen, waar veel polderbewoners een onderdak hadden gevonden. 3.000.000 dakpannen; 800 dakramen; 140.000 kg zink en 70.000 kg lood. Dit was na de droogmaking bij het herstel in de polder weer te gebruiken.We gaan nu terug naar 1945 om te zien wat er gebeurd was; en wat er allemaal gebeuren moest door de Dienst der Zuiderzeewerken. Het is eind maart '45, in Den Haag in de kamer van ïr de Blocq van Kuffeler, het hoofd van ZZW staan de gezichten somber. Van Kuffeler had zijn naaste medewerkers bij zich geroepen om de berichten te bespreken die zijn binnengekomen. Zijn hele ploeg was niet meer compleet door de oorlogs omstandigheden. 1 331

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1998 | | pagina 6