binnenbelopen van de dijken afgekalfd. Ook bleek een belangrijke oppervlakte in de omgeving van de dijkgaten, ongeveer 250 ha, volledig onder het zand bedolven geraakt. Niet minder dan 1.000.000 m3 zand afkomstig uit de gaten, had zich hier afgezet. Landbouw zou slechts op een gedeelte van die grond mogelijk zijn. Om die reden is hier naderhand dan ook een oppervlakte van ongeveer 130 ha met bos beplant. Het dijkgatbos. Aanvankelijk hadden alleen de bezitters van een speciaal toegangsbewijs van de Gemeente Wieringermeer toegang tot het drooggevallen gebied. De toegang op en het verblijf in de Wieringermeer was alleen toegestaan op werkdagen van 6-20 uur. Patrouilles van speciale hulppolitie, herkenbaar aan een armband met de letter P, bewaakten het nieuw gewonnen land. Het laatste materieel werd op donderdag 20 december '45 door aannemer Van der Hoeven afgevoerd, nadat de dijk op de bekleding na geheel hersteld was. Maximaal was in bedrijf geweest: 1 baggermolen, 1 grondzuiger, 1 bakkenzuiger, 2 keileemkranen, 2 andere kranen, 10 motor sleepboten; 7 elevatorbakken, 4 onderlossers, 12 zolderbakken en hulpmaterieel. Ook de hulpbemalïngsinstallaties werden afgebroken en afgevoerd. De dan nog aan de dijk ontbrekende 6.700 m3 kleïbekledïng, en de 3.000 m2 basaltglooiing op de berm en 4.000 m2 klinkerkeien op het beloop hoger op, werden, daar de basaltzuilen en klinkerkeïen niet tijdig verkregen konden worden, door de technische dienst van het "Heem raadschap de Wieringermeer" volgens een in oktobere 1947 gesloten Onderhandse overeen komst: "tot het vervoeren en verwerken van stortsteen", aangebracht door aannemersbedrijf P.Daalder uit Alkmaar. De Wieringermeerdijk is in december 1948 geheel hersteld. Dank zij het tijdig droogvallen in de winter van '45/'46 kon in het voorjaar van '46 praktisch de gehele polder worden gebruikt voor het inzaaien. Het volkomen gemis aan huivestïngsmogelijkheden, zowel voor men als dier, leverde we! bepaalde moeilijkheden op, maar door het organiseren van busdiensten in de morgen en de avond en het bouwen van centrale noodpaardenstailen werd hierin voorzien. Ook het bouwen van verbiijfsgelegenheden voor arbeiders was een van de eerste taken. De oogst van 1946 was niet onbevredigend. Het doel waar ir. de Blocq van Kuffeler van ZZW naar had gestreefd was gelukt, oogsten in 1946 De kosten voor het dijkherstel waren, volgens geldwaarde in 1946,: Herstel dijk 1.3 miljoen gulden. Droogmaking 2.75 miljoen gulden. Er werd daarna nog 18 miljoen besteed aan het herstel van de infrastructuur. Bedragen die we nu met ongeveer 15 moeten vermenigvuldigen. Weer waren er mensen geweest die de polder opnieuw droog hadden gemaakt, door de zwarte bladzijde om te slaan. Hun namen zijn niet bekend, maar hun werk is steeds te zien. Anderen konden hierdoor weer opnieuw beginnen. 15 345

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1998 | | pagina 20