Door het vollopen van de Wieringermeerpolder met 750 miljoen m3 water, daalde tussen 17 en 19 april '45 de waterstand van het Usselmeer met 8 cm. Maar weer dwongen de Duitsers het personeel bij de uitwateringssluizen echter tot het inlaten van zeewater bij Den Oever. Gelukkig kon de hoeveelheid zeewater beperkt blijven tot 125 miljoen m3. Het zal wel altijd een raadsel blijven, hoe het personeel van ZZW onder het oog van de bezetter er in is geslaagd het peil van het Usselmeer aanvaardbaar te houden. Dit waren de berichten die in stukjes bij ZZW binnen gekomen waren. Vrijdag 4 mei '45 alle Duitse strijdkrachten geven zich over. De capitulatie zal ingaan op 5 mei om 8.00 uur 's ochtends. Generaal Blaskowitz aanvaardt de capitulatie niet voor West-Neder land. Op zaterdag de 5° mei bespreekt Blaskowitz de capitulatie van de Duitse troepen in West- Nederland met de Canadese generaal Foulkes in hotel de Wereld te Wageningen. Maar op zondag de 66 mei '45 ondertekent generaal Blaskowitz in aula van de landbouwhoge school in Wageningen de capitulatie van het Duitse leger in de geïsoleerde "Vesting Holland". West-Nederland was daarmee nu ook vrij. De bevrijding was nu een feit. Het spuien van het I Jsselmeerwater, en dat was nodig want de waterstand was bij de bevrijding alweer opgelopen tot 15 cm boven N.A.P., kon door ZZW weer regelmatig gebeuren zei het voorlopig alleen bij Den Oever. Naast de hoog gehouden waterstand op het Usselmeer, had de bezetter ook grote delen van Nederland onderwater gezet waaronder dus de Wieringermeer. Na de bevrijding bleek ZZW niet op stel en sprong geneigd de leiding te nemen over de herstelwerkzaamheden. Dat was niet verwonderlijk omdat de verantwoordelijkheid voor de waterstaatkundige toestand van de Wieringermeerpolder bij het op 1 januari 1942 ingestelde "Heemraadschap De Wieringermeer" lag. Vijf dagen na de bevrijding, op woensdag 10 mei '45, werd er al contact gelegd. Een koerier brengt een briefje bij ZZW in Den Haag van de Provinciale Waterstaat Noord-Holland voor ir. De Blocq van Kuffeler, het hoofd van ZZW. Het was een verzoek, mede namens het "Heemraad schap de Wieringermeer", om voorbereidingen te treffen voor het herstel vari de dijk. Het briefje luidde: "Haarlem 7 Mei 1945. Aan de Heer Hoofd van den Dienst Zuiderzeewerken. Onderwerp: Dichten gaten in de dijk Wieringermeer. "Bij dezen heb ik de eer U mede te deelen, dat de dijkgraaf van het Heemraadschap de Wierin germeer - in verband met de slechte werking der brievenpost en de onmogelijkheid telefonisch contact met U te verkrijgen - mij verzocht heeft U te berichten, dat het bestuur van het waterschap het op prijs zal stellen, wanneer de dienst Zuiderzeewerken zich met de voorbe reiding van de herstelling van den dijk van de Wieringermeerpolder zou willen belasten en dat het bestuur U mitsdien verzoekt hiervoor het noodige te willen verrichten. Voor zoveel noodig voeg ik hieraan toe, dat ik met dit verzoek gaarne instem. Waar het ook mij niet mogelijk bleek U telefonisch te bereiken, verzend ik dezen brief per koerier. De Hoofdingenieur-Directeur van den Provinciale Waterstaat van Noordholland. C. Thomése. Dit briefje was het gevolg van het contact dat al had plaats gehad, ondanks de slechte verbindin gen, tussen het Heemraadschap en de nabij de polder gestationeerde personeelsleden van ZZW. Door het departement van Waterstaat en het Algemeen College van Commissarissen van de Wederopbouw is deze vraag later bevestigd. 7 337

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1998 | | pagina 12