3
wegbrengen. Maar anderen probeerden om met familie,
b.v. de familie Versluis, of gezinnen uit de omge
ving, samen met één verhuiswagen naar de polder te
gaan. Vanuit Friesland kwamen de families Brattinga,
Slippens en Elfring met één schip aan. Dit schip
meerde af bij de huizen van de Brink
Nadat men zich had gemeld en vriendelijk ontvangen
was in het gebouwtje van de maatschappelijk werkster
en naar het nieuwe huis was gebracht, moest het
schip worden gelost. Over een loopplank naar de wal
en alles met kruiwagens naar de Kerkstraat brengen.
Er zat niets anders op.
Het 1 ijkt heel avontuur1 ijk maar de vrouwen zullen
zich wel afgevraagd hebben -waar zijn we aan begon
nen. Toch kwamen zij in een nieuw huis waar al wa
terleiding en electriciteit was.
Vooral voor de gezinnen,die al op 5 september 1931
naar de Slootweg -thans de Koningin Wilhelminaweg-
konden verhuizenwas het heel moei lijk. Er was geen
electriciteit dus was de petroleumlamp de oplossing
en om te koken moest de kachel aan of de petroleum
stellen worden gebruikt.
Dit duurde tot 30 april 1932. Eerst toen kwam de
electriciteitsvoorziening gereed
Mar er was ook geen waterleiding. Tot 25 mei 1932
waren er regenbakken of nortonbakkendie steeds
vanaf schepen met leidingwater werden gevuld.
Winkels waren er nog niet. Vanuit het oude land
kwamen bakkersslagers en andere winkeliers dage
lijks aan de deur.
Wel was er al op 1 april 1931 een telegraaf- en
telefoonkantoor in Slootdorp geopend.
Maar kerken waren er ook niet.
En een school?
Nee, de kinderen hadden nog verhuisvakantie tot