Ds. Vink sprak naar aanleiding van Korinthe 15 14; "En indien Christus niet is opgewekt, dan
is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof"Zijne Eerwaarde wees
er op, dat het fundament van ons geloof ligt in de zekerheid van de opstanding van Christus. Hierna
richtte Ds. Vink zich achtereenvolgens tot de kerkenraad, Ds. Germans, Kerkvoogden, de
jeugdorganisaties, organisten, koster, ring collega's; Ds. Klein-Wassink; burgemeester Loggers en
hen die vanuit Bolsward waren gekomen. Het deed spreker goed de laatsten bij deze gelegenheid
te zien. Tenslotte richtte Zeer Eerwaarde zich tot de gemeente van Wieringermeer. Met alle kracht
wenste hij zich te wijden aan zijn taak, zulks in de geest van kerkopbouw.
Allereerst werd Ds. Vink toegesproken door Ds. Klein-Wassink. Spreker verheugde zich zeer
over het feit dat in de vacature in deze gemeente was voorzien. Gaarne wenste hij zowel voorganger
als gemeente de leiding van Gods Geest toe. Ds. Germans sprak namens het classicaal bestuur en
de ring. Als collega en als vriend riep hij Ds. Vink een hartelijk welkom toe. Vervolgens kwam
burgemeester Loggers aan het woord. Van harte zegde hij zich te verheugen over de komst van de
nieuwe voorganger. Hij wees op het vele werk dat gedaan moet worden, speciaal wat betreft de
wederopbouw van de kerken. Namens de gemeente Bolsward werd gesproken door de heer Teunissen,
ouderling van de gemeente. Met grote waardering sprak hij over Ds. Vink, die gedurende 18 jaar
de gemeente Bolsward met onverdroten trouwe liefde had gediend. Spreker feliciteerde de gemeente
Wieringermeer van harte met haar nieuwe voorganger. Ouderling Woldering, die namens de kerkenraad
van de Wieringermeer sprak, memoreerde verschillende feiten welke aan het beroepingswerk van
Ds. Vink vooraf gingen. Het verheugde hem de leraar en herder te mogen begroeten.
Zaterdag 12 oktober 1946
Dank voor verleende hulp. Aan een tweetal ingezetenen van de Wieringermeer werd een officieel
certificaat uitgereikt voor tijdens de bezetting aan geallieerde piloten verleende hulp. Als bijzonderheid
vermelden wij hierbij, dat deze uitreiking plaats vond op aanwijzing van de betrokken piloten. De
personen in kwestie hadden tot dusverre zelf geen ruchtbaarheid gegeven aan de door hen in oorlogstijd
verrichtte diensten. Het is dan ook op hun verzoek, dat wij de namen van beide personen niet vermelden.
Woensdag 30 oktober 1946
Een voorlopig nood-café in Wieringerwerf. Wieringermeer heeft, in tegenstelling met beide andere
dorpen, nooit de luxe van een hotel of iets dergelijks gekend. De Amstel-brouwerij zal daarin verandering
brengen. Aanvankelijk zal een nood-café restaurant worden gebouwd met een oppervlakte van
8 x 12 meter maar voor de toekomst zijn grote plannen ontworpen. De exploitatie komt in goede
handen n.1. van een voor de Wieringermeer goede bekende, de heer Herman N. Neep, voorheen
kelner van hotel Smit te Middenmeer. Wij wensen de nieuwe exploitant veel succes met zijn nieuwe
onderneming.
Zaterdag 2 november 1946
Naar wij vernemen worden momenteel pogingen in het werk gesteld, om te komen tot heroprichting
van de Wieringermeer-fanfare. Het bestuur is weer voor het grootste gedeelte in de polder woonachtig
en aangezien ook de beurszaal weer spoedig in gebruik genomen kan worden, beschikt men thans
ook weer over een repetitielokaal. Wij juichen dit initiatief natuurlijk zeer toe en wensen dat onze
populaire fanfare bij feestelijke gelegenheden weer aanwezig is. Tot dirigent zal vermoedelijk weer
de heer Glabbeek van den Oever worden aangezocht. Tevens is het bestuur van de fanfare voornemens
een toneelclub op te richten. Deze toneelclub zal dan in de toekomst los komen te staan van de fanfare,
maar zal zeer zeker aan de uitvoeringen van de fanfare medewerken. Het bestuur heeft plannen, alleen
moet er wat animo komen onder de Wieringermeerders, zodat men dan gezamenlijk kan trachten
de huidige inwoners na gedane arbeid, wat geestelijke en culturele ontspanning te brengen. Wij denken
bijv. aan het geven van muziek en toneelavonden voor de bewoners van de kampen.
pag231