Zulks is echter in het Oosten tegen het IJsselmeer aan uitgesloten, vandaar hier geen compromis kan worden gevonden, zodat in ieder geval Wieringerwerf plaats zal moeten maken voor een tweetal nieuwe gehuchten, waarbij tegelijk haar representatieve fimcties overgehe veld zullen worden naar het hoofddorp Midden- meer. Ook deze oplossing is wel aanvaardbaar, al is zij niet zo doeltreffend als die in het voorgaande ontwikkelt. Hiertegenover staat, dat de te brengen financiële offers ook betekenend lager zijn; zij zijn volgens de in het voorgaande gegeven getallen te stellen op F. 600.000 Middenmeer zou het grote centrum kunnen worden. Dit zal ook in dit geval wel leiden tot een andere ruimere opzet van deze kern -daar deze zeker voor 5.000 inplaats van aan 3.000 inwoners ruimte zou moeten beiden- doch hierbij zal toch nog heel wat van de aanwezige outillage kunnen worden gebruikt. De in het voorgaande ontwikkelde voordelen, verbonden aan een groter centrum, blijven op deze wijze bestaan. Slootdorp echter ligt op een minder juiste plaats, doch dit moet in dit geval op de koop toe genomen worden. De scholen en kerken in deze kern moeten dan niet meer herbouwd worden. Ook de overheidsinstellingen en de industriële voorzieningen van Slootdorp en Wieringerwerf, dat geheel verdwijnt, zullen niet meer op de oude plaatsen moeten worden opgericht, doch dienen alle in Middenmeer te worden geconcentreerd. Aldus het rapport van Ir. Hermans de Groot. Conclusies van de Raad van Advies. Bij schrijven van 18 februari 1946 bracht de Commissie van Wederopbouw Wieringermeer het rapport van Ir. Herman de Groot voorzien van kanttekeningen in de Raad van Advies. Deze heeft een tweetal vergaderingen gehouden ter behandeling van deze materie. Het resultaat hiervan werd samengevat in een rapport, hetwelk hieronder is opgenomen. De bestudering van het rapport, op uw verzoek samengesteld door de heer IrWAC Herman de Groot te Rotterdam en terzake van dit rapport door u gemaakte opmerkingen, geeft ons aanleiding het volgende te uwer kennis te brengen. Bij de gehouden besprekingen in ons college kwamen drie hoofdzaken naar voren, te weten: I. Moeten de drie dorpen van de Wieringermeer ter plaatse worden opgebouwd of moet er een andere oplossing worden gevonden? IIWanneer de drie dorpen ter plaatse worden opgebouwd, is het dan zaak een dezer dorpen als "hoofddorp" aan te merken. III. Hoe zal de uitbreiding van de bebouwing worden geregeld? (vaststelling van uitbreidingsplannen 1. Bestaande toestand. a. De bestaande toestand was niet bevredigend. Wanneer men te maken zou hebben met een volkomen maagdelijk gebied, dan zou ongetwij feld een geheel andere opzet van de regeling van de bebouwing worden gekozen, daar de dorpen te dicht bij elkaar waren gelegen. Thans evenwel heeft men rekening te houden met de toestand zoals die momenteel bestaat. 183

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1996 | | pagina 9