waarbij de kernen A. B. en C. gehuchten vormen, waar slechts de voor de arbeidsvoorzie ning van het rayon benodigde landarbeidersge zinnen wonen met enkele verzorgende winkels met een totale bevolking van respectievelijk 650, 850 en 750 zielen. Volgens deze berekening zou voor het eigenlijke centrum een bevolking van ruim 5.000 zielen overblijven, in dit hoofddorp zullen alle economische functies verenigd zijn, samen met culturele en ontspanningsgelegenheden. Zodoende kan er een krachtig gemeenschapsle ven ontstaan. In dit centrum zal dan ook een behoorlijke zakenwijk moeten komen, waarbij het eigenlijke bestuurscentrum zich kan aansluiten. Voorts zal het plan de nodige kerken, benevens ruime schoolcomplexen moeten bevatten en voldoende gelegenheid moeten bieden voor de huisvesting van middenstanders en neringdoenden, terwijl in aansluiting met het vaarwater handel en bedrijf zich kunnen ontplooien. Om deze kern heen zal de gelegenheid geschapen moeten worden voor de vestiging van landarbeiders in een open verband, waarbij zij de beschikking zullen hebben over enige grond. De voordelen van een groter centrum boven twee kleinere zijn van verschillende aard. In het algemeen zal een groter centrum verschillen de grotere ondernemingen tot ontwikkeling doen komen, die anders in de polder achterwege gebleven zouden zijn. Een grotere agglomeratie leidt nu eenmaal tot meer ontwikkelingsmoge lijkheden dan een kleiner centrum. Verschillende ondernemingen nu in het oude plan gevestigd, zullen er in dit geval eerder over denken zich in het centrale dorp in de Wieringermeer te vestigen, hetgeen anders waarschijnlijk niet zou zijn geschied. Hier ligt dus zowel voor de gemeente als voor de inwoners wel degelijk een voordeel. Geheel anders zal de structuur van de gehuchten zijn. Hier treft men in een open bebouwing in de eerste plaats de landarbeiders woningen aan. Bij elke woning zal een hoeveel heid grond dienen te behoren, waarop eigen groenten kunnen worden gekweekt. Bij een dergelijke openhouw zal er ook geen bezwaar bestaan tegen het houden van eigen vee. De levenskracht en bestaanszekerheid van deze maatschappelijke klasse van werkers zal hierdoor stellig toenemen. In deze gehuchten zal tussen aan elkaar verwante bevolkingsgroepen een beter contact ontstaan dan het geval zou zijn, indien de woningen van de landarbeiders verspreid bij de boerderijen zouden zijn gelegen. Hierdoor kan er in de gehuchten een kleine gemeenschap groeien die in nauw contact leeft met de omliggende landbouwbedrijven en op zodanige afstanden daarvan is gelegen, dat een goede en gemakkelijke arbeidsvoorziening is gewaarborgd. Het is niet de bedoeling dat er bij deze gehuchtjes weder kernen zullen worden gesticht, of dwergscholen zullen verrijzen. Naast enige onmisbare winkeltjes en bedrijven (de hoefsmid niet te vergeten) en een postagentschap, zullen ten hoogste een hulpkerk en een bewaarschool in deze kerntjes op zijn plaats zijn. Een behoorlijk autobusstation met ruime wachtkamer zal het centrale punt zijn vanwaar het contact met het hoofddorp, de nadere dorpen en de buitenwereld wordt gehouden, 's Morgens kunnen de schoolkinderen zich in dit centrale punt verzamelen. Dank zij de beperkte afmeting van de rayons blijven ook voor hen de af te leggen afstanden binnen redelijke grenzen. Ook de kerkgang kan op deze wijze geen bezwaren opleveren. 181

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1996 | | pagina 7