Deze bevolking, aldus de schrijver, woont
echter niet geheel in de dorpen.
In de eerste plaats gaan hieraf de bedrijfshoof-
den van de boerderijen. Ook de inwonende
knechten dienen daarvan te worden afgetrokken.
In totaal waren op 17 april 1945 in de Wierin-
germeer523 bedrijven gevestigd. Waarschijnlijk
zal dit aantal in de toekomst nog iets toenemen
door een verdere ontwikkeling van pootgoedteelt
en tuinbouw. Van de totale bevolking zouden
ongeveer 2300, als zijnde niet woonachtig in
de dorpen moet worden afgetrokken. De eigen
lijke dorpsbevolking ware dus te stellen op 7500
zielen.
Aan dit cijfer dient echter geen overdreven
betekenis te worden toegekend. Het kan wellicht
hoger uitvallen.
De normen, ten grondslag gelegd aan de
bestaande uitbreidingsplannen stemmen goed
overeen met het door Ir. Herman de Groot
afgeleide getal.
De ontwerpers hiervan gingen ook uit van
een dorpsbevolking van 7500 inwoners, waarbij
zij zich de verdeling hiervan over de dorpen
als volgt hadden gedacht:
Middenmeer:
680 woningen; 3100 zielen.
Wieringerwerf:
630 woningen; 2900 zielen.
Slootdorp:
325 woningen; 1500 zielen.
Totaal 1635 woningen en 7500 inwoners.
Middenmeer zou meer het commerciële centrum
van de polder en Wieringerwerf het bestuurscen
trum zijn.
De uiteindelijke bevolking dezer drie
nederzettingen blijven echter klein, aldus de
adviseur.
Vooral voor een bestuurscentrum en een
commercieel centrum zijn zij wel erg gering
om voldoende kracht te ontplooien. De vraag
rijst dan ook, of splitsing van een toch reeds
zo beperkte bevolking over drie kernen geen
afbreuk doet aan de groeikracht van het geheel.
De ontwikkeling in het verleden bevestigt
dit. In de praktijk bleek Middenmeer uit eigen
beweging wel te willen groeien, doch moest
aan Wieringerwerf in verschillende gevallen
kunstmatige levenssappen worden toegevoegd
Deze gang van zaken waarbij als ware een
verdeelsysteem van objecten over de dorpen
ontstond kon niet anders dan remmend werken
op de algemene ontwikkeling.
De groei van de dorpen was dan ook
betrekkelijk traag -trager dan men had mogen
verwachten- zodat 10 jaar na de drooglegging
Wieringerwerf 800, Middenmeer 1000 en Sloot-
dorp 650 inwoners of respectievelijk 28 32
en 44% van het uiteindelijk verwachte aantal
telden.
In hoeverre dit verschijnsel mede te wijten is
aan een terughoudende bouwactiviteit in de
crisisjaren en in de onzekere tijd daarna, is
moeilijk uit te maken.
Men kan zich ernstig afvragen of het wel
economisch en stedenbouwkundig verantwoord
is geweest een in totaliteit reeds zo beperkte
bevolkingsagglomeratie over de drie kernen te
verdelen of niet het groeiproces heeft geschaad
en dit verder nadelig zal blijven beïnvloeden.
De versnippering van krachten valt sterk
op wanneer wij zien hoezeer allerlei instellingen
over de drie dorpen zijn verdeeld:
Slootdorp:
kerken 3
scholen 2
gymnastiekgebouw 1
postkantoor 1
elektra gebouw 1
bijzonder gebouw noodslachtplaats
178