In juni 1946 is veel gesproken over de principiële beslissing van het dorpenplan van onze polder. De polder-gemeenschap was in twee kampen verdeeld. Hieronder volgt de chronologische stappen die de Raad van Advies heeft genomen om tot haar conclusies te komen. Eén of drie dorpen. Het was in de maand oktober van 1945 dat de toen nog pas in het leven geroepen Commis sie Wederopbouw Wieringermeer in overleg met de stedenbouwkundig adviseur van het College van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw aan Ir. W.A.C. Herman de Groot te Wassenaar opdracht verleende tot het samenstellen van een rapport omtrent de vraag of er aanleiding bestond tot het stichten van een centraal dorp. Enige maanden tevoren was over deze kwestie reeds een en ander te doen en hoorden wij vaak lijnrecht tegen elkaar inlopende argumenten om het niet zus maar zo in het vat te gieten, om de dorpsbouw in het belang van onze polder op te lossen. Daarbij werden al dan niet technische of planologische plannen die in meer of minder juiste mate bij de eerste opbouw van de Wierin germeer tot uitvoering zijn gekomen, genoemd. Zonder de vroegere plannen aan een nadere beschouwing te onderwerpen zullen we ons thans bepalen tot de opdracht aan Ir. Herman de Groot en diens rapportage daarover. De heer Herman de Groot, hoewel ervaring bezittende in planologische arbeid; stond, de totale onbekendheid met de Wieringermeer en al zijn problemen in aanmerking nemende, voor een moeilijke taak. Bovendien vergde de snelle droogmaking en de daarna direct te nemen maatregelen in verband met de wederopbouw een spoedige samenstelling van het gevraagde advies. De vrij uitgebreide literatuur, voorlichting van andere deskundigen, al dan niet met plaatselijke bekendheid, zullen de heer de Groot de moeilijke opgaaf hebben helpen volbrengen, waarbij het uiteraard zeer juist gezien werd, zich voor de uitvoering van deze taak zich op de hoogte te stellen van de postulaten (stellingen sociografische zijde bij het projecteren van dorpen en kleinere kernen in een poldergebied als de Wieringermeer moeten worden gesteld. Hierbij stonden hem de resultaten van een uitvoerig onderzoek ten dienste, hetwelk door de directie van de Wieringermeer in verband met deze kwestie was verricht. Reeds medio januari van het jaar bracht Ir. Herman de Groot zijn advies inzake de wederop bouw van de Wieringermeerdorpen uit, aan de Commissie Wederopbouw Wieringermeer. De rapporteur begint uiteraard met een analyse van de bestaande toestand. le De grootte van de bevolking Na toepassing van een bepaalde formule, ook gebezigd voor het gebied van de Noordoostpol der zou de Wieringermeer in de toekomst (omstreeks 1980) 12.000 inwoners kunnen tellen. Zonder hierbij deze technische details nader te ontleden vermelden wij dat Ir. Herman de Groot dit aantal te hoog vond. In een door hem opgezette raming komt hij tot de conclusie dat een bevolking van 10.000 zielen voor de Wieringermeer meer aannemelijk is. die theoretisch onbewijsbaar zijn, maar noodzakelijk moeten worden aabvaard om bepaalde feieten te kunnen begrijpen), welke van 177

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1996 | | pagina 3