Als van Zijll Langhout van Aris Saai bepaalde
belangrijke mededelingen hoorde, vertelde hij
me dat. Zo er verklaringen nodig waren voor
agrariërs van de boerenleider Jan Saai, werden
deze door mij gemaakt en mijn vrouw voorzag
deze brieven van de handtekening van Jan Saai,
die was niet van echt te onderscheiden. Evenzo
voor verklaringen van het Gewestelijk Arbeids
bureau, mijn vrouw maakte ook de handteke
ning van Geusebroek na.
Zoals u bekend zal zijn, moest ultimo december
1944 het bevolkingsregister verdwijnen. In goed
overleg is een sleutel van het raadhuis afgege
ven, terwijl de 'daders' ten overvloede de ruit
van de kamer van de ontvanger stuk maakte
om de indruk te vestigen dat zij via het kantoor
van de gemeente-ontvanger zouden zijn
binnengekomen. De heer Cramwinckel was
op de hoogte gesteld indeze.
De eerste werkdag daarna, 2 januari 1945,
werden wij beurtelings door Saai gehoord. Saai
deelde mij mede, dat hij in een vreselijke
positie verkeerde omdat volgens een landelijke
verordening de raadhuizen s'nachts bewaakt
moesten worden. Saai had aan deze verordening
geen gevolg gegeven. Hij zat daar vreselijk
mee. Ik heb hem toen een oplossing aan de
hand gedaan, die misschien voor de Commissa
ris wel acceptabel zou zijn. Ik stelde voor bij
de drukker in Middenmeer persoonskaarten te
laten drukken volgens een wit model. Qua
indeling in overeenstemming met de gestolen
kaarten. Ik zou alle inwoners met hun trouw
boekje oproepen en binnen vier weken was het
bevolkingsregister weer gereed. Saai was
dolgelukkig. Wat deed ik.
Ik vertelde aan de bewoners, je moet op je
trouwboekje de geboorte-data maar wijzigen,
zodat je geen gevaar loopt voor uitzending naar
Duitsland. En zo werd er een bevolkingsregister
samengesteld dat geheel bezijden de werkelijk
heid was. Je begrijpt ik kon geen kwaad meer
doen.
Vier maanden later ging de polder onder water.
Ik heb in Amsterdam moeten getuigen voor
Saai en van Zijll Langhout, maar ik heb geen
bijzonder negatieve zaken kunnen weergeven.
Rest mij u te vertellen, dat bij een neerstorten
van een Engels vliegtuig aan de Wierweg de
ambtenaar van Zijll Langhout en ik daarheen
reden, omdat Saai verhinderd was. Daar
aangekomen, waren de Duitsers zeer zenuwach
tig en zochten naar de bemanning. Van Zijll
had een NSB speldje op en werd gearresteerd.
Ik mocht rustig daar rondlopen. Om s'avonds
9 uur kwam Saai en vroeg waar van Zijll was.
Ik zei ondanks een NSB speldje is hij onmiddel
lijk gearresteerd. Saai liep naar de ortscomman-
dant en schold deze commandant met allerlei
vloeken uit die er maar bestonden en eiste
vrijlating. Dat is toen gebeurd. Ik heb nader
hand wel gehoord, dat ik niet meer mee mocht
bij het neerstorten van een Engels of Ameri
kaans vliegtuig. Deze zaak was te pijnlijk
geweest.
De Engelse bemanning heeft een week in het
koolzaad vertoefd. Zij ontvingen voedsel van
de omgeving, maar hebben zich uiteindelijk
bij de Duitsers gemeld en zijn gearresteerd.
In de nacht van 16 op 17 april 1945 werden
wij opgeroepen om op het raadhuis te komen
werken om de evacuatie voor zover mogelijk
te regelen. Het ging hier voornamelijk om
personen die geen vervoer hadden.
Ook vond er nog een begrafenis plaats in de
tuin van de ex-bewoner.
Saai heeft in deze nacht telefonisch vanuit zijn
kamer in het raadhuis gesmeekt aan de Orts-
commandant in Alkmaar of de onderwaterzet
ting niet kon worden afgelast.
Ik heb zoals reeds gememoreerd nog 10
maanden in 1946 in 1946 in het noodraadhuis
te Lutjekolhorn gewerkt. Daarna ben ik
benoemd tot burgemeester van Wijde Wormer
en in 1958 tot burgemeester van Monnincken-
dam en Katwoude.
Dames en heren, in vogelvlucht heb ik hier
een resumé gegeven van wat uitsluitend op mijn
geheugen berust en uiteraard niet 100% in
chronologische volgorde is verteld, al hoe wel
ik daar wel naar gestreefd heb.
pag 159