In hetzelfde jaar verhuisde de directeur naar een
stenen huis aan de overkant van de Nieuwerslui-
zerweg. In het Haukeshuis woonde toen enkele
echtparen.
De leerlingen bouwden zelf de smederij en de
meubelwerkplaats. Het vee en de landbouw
werktuigen werden ondergebracht in de Oost-
waardhoeve. De vroegere kantine van de Dienst
Zuiderzeewerken was het eerste gemeenschapshuis.
In 1934 werd begonnen met de bouw van een
stenen gemeenschapshuis. De Hoge Commissaris
voor de Duitse Vluchtelingen van de Volkenbond,
James MacDonald, sloeg in oktober 1934 de eerste
paal en verrichtte zo tevens de officiële opening
van het Werkdorp. Er waren toen al een halfjaar
leerlingen in opleiding. In het gemeenschapshuis
was een eetzaal voor ±250 personen, een grote
keuken, cursuszalen en een synagoge. Rond het
gebouw stonden in een halve cirkel zestien houten
barakken, waarin de leerlingen waren gehuisvest.
Na de Kristallnacht kwamen er nog twee jeugdba-
rakken bijIn twee aparte houten barakken waren
de bibliotheek, de wasserij en de bakkerij onderge
bracht. Mannen en vrouwen woonden gescheiden
in groepen van zes tot acht leerlingen per barak.
Een barak bestond uit een slaapgedeelte en een
huiskamer. Aanvankelijk was er geen warm water
en werd er eens per week in de school in de
Wieringerwaard gedouched. In februari 1937 stelde
een Amerikaanse hulporganisatie 500 beschikbaar
voor de bouw van toiletten, douches en een
wasserij
Leerlingen van het Werkdorp.
De eerste 50 leerlingen werden geselecteerd onder
in Amsterdam verblijvende Duitse-Joodse vluchte
lingen.
Indeling naar opleiding/beroep op 1 juli 1934:
Leeftijd bij intrede in percentage:
Globaal konden er in het Werkdorp vier categorieën
leerlingen worden onderscheiden:
1al in Nederland verblijvende vluchtelingen;
2. leden van zionistische jeugdorganisatie;
3. vluchtingen na de Kristallnacht;
4. overigen.
De verhouding mannen - vrouwen was 5 1
Aantal geregistreerde leerlingen per jaar:
Bannen vrouwen personeel
De beroepsopleiding.
De leerlingen volgden ter voorbereiding van hun
emigratie een tweejarige beroepsopleiding. Mannen
konden kiezen uit de landbouw en veeteelt; de tuin
bouw; de bouwvak; de smederij en de meubelmake
rij. Vrouwen konden een opleiding in de land-
bouwhuishouding en tuinbouw volgen. In de
oorspronkelijke opzet van het Werkdorp waren alle
opleidingen gelijkwaardig. Door de noodzaak om
zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn, lag in de
praktijk de nadruk echter op de landbouw- en
veeteeltopleiding en hadden de ambachtelijke op
leidingen en de huishouding een ondersteunende
functie. De bouwopleiding bestond uit de bouw
van het Gemeenschapshuis.
Kooplieden
33
35,9%
Scholi eren/studenten
32
34,7%
Anbachten
12
13,0%
Kantoorbedienden
8
8,7%
Acadeaici
7
7,7
leeftijdscat. 1934 1935 1936 1937 1938 1939 1940
20 jaar 28 39 43 47 56 68 79
20 - 25 jaar 51 39 42 29 29 25 14
25 jaar 21 22 15 24 15 7 7
oktober 1934
95
18
januari 1935
107
20
15
januari 1936
94
23
14
januari 1937
112
25
25
januari 1938
112
30
34
januari 1939
133
25
21
januari 1940
184
44
24
januari 1941
237
56
20
april 1941
55
11
- 144 -