afspraak bevestigde. Op maandagmiddag23 januari j.1., werd ik gebeld door de heer Lucassen van de afdeling gemeente-werkendie mij mede deelde dat de sloop de volgende dag zou beginnen en ik de steen en brief maar moest weghalen. Derhalve toog ik op dinsdagmorgen 24 januari j.1. naar WieringerwerfDaar aangekomen vond ik na enig zoe ken iemand die op de hoogte was gesteld dat ik zou komen om de steen mede te nemen. Tevens deelde hij mij mede,dat ik de steen zelf moest weghalen. Dus stapte ik weer in de auto om thuis hamer en beitel te halen.Terug gekomen begon ik voorzichtig de steen uit te hakken. Toen ik halverwege was,was één van de daar aanwezige slopers zo vriendelijk om het hakwerk van mij over te nemen. Na een kwartiertje was de steen er uit en kwam er ach ter de steen een loden koker te voorschijn. Thuis gekomen heb ik de loden koker voorzichtig open gezaagd waarna er een oorkonde te voorschijn kwam. Toen ik "dinsdagavond de Wieringermeerbode opensloeg, viel mijn oog op het artikel "Juliana Mavo bevat loden koker". Hierin werd verslag gedaan van een opmerking van de heer Smit, tijdens de raadsvergaderingdat er een loden koker zou zijn ingemetseld in de Juliana-mavo Wat een toeval - ik had hem reeds in mijn bezit. Dus de telefoon gepakt en de heer Smit gebeld en mijn verhaal gedaan. Op woensdagmorgen heb ik wederom de telefoon gepakt en de heer Ruijter, wethouder van de Wieringermeerdie volgens het raadsverslag deze zaak verder zou behande len, gebeld en hem van e.e.a. verslag gedaan. Woensdagmiddag werd ik gebeld door mw Teeling-Geers van het Historisch Genootschap van de Wieringermeerdie van de heer Smit had vernomen,dat ik in het bezit was van de gedenksteen en de loden koker met oorkonde. Zij wist mij te vertellen dat in de Wieringermeerbode van 18 mei 1968 een verslag stond van de eerste steen legging van de toenmalige ULO te Wieringerwerfmet daarin de vermelding dat er tevens een loden koker met oorkonde werd ingemetseld. Zij vroeg mij of ik eventueel bereid zou zijn om de ge denksteen en de loden koker met oorkonde aan het His torisch Genootschap af te staan. Ik deelde haar mede,dat ik de oorkonde wel wilde af staan aangezien ik daar wel een kleurenkopie van kon maken voor mij zelf.Wat betreft de steen - ik vroeg of het Genootschap een expositieruimte had, hetgeen niet het geval bleek te zijn - deze hield ik liever zelf om later aan mijn zoon te geven. Mocht het Genootschap echter ter zijner tijd de beschik king krijgen over een eigen expositieruimte dan mag men alsnog bij ons aankloppen, waarna wij de steen alsnog ter beschikking zullen stellen. 126 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1995 | | pagina 20