Bij de rondvraag wordt gesuggereerd het inundatie
nummer ook via Meeuwsen en eventueel anderen te
verkopen
Desgevraagd deelt de secretaris mede,dat bij haar
40 machtigingen voor automatische overschrijving
van het lidmaatschapsgeld zijn binnen gekomen.De pen
ningmeester zegt 5 machtigingen te hebben ontvangen
Hierna krijgt de heer Klaassen het woord.
De heer Klaassen, tot 1985 districtsambtenaar bij het
Staatsbosbeheer en wonende te Texelzegtdat omstreeks
1930 voor de Wieringermeerpolder veel zaken om een
oplossing vroegen zoals o.a. de beplantingProfessor
Granpré Molière had een landschapsplan gemaakt waar
landschapsarchitect Springer, die tot 1935 hier werkte,
wel mee kon instemmen. De beplanting zou als enigszins
als een Engels landschap worden aangelegd. Veel
beplanting vroor echter dood. Hierna kreeg de heer
Bijhouwer opdracht een plan te maken hetwelk in 1937
tot stand kwam..
Na de inundatie kwam er naast het Robbenoordbos het
Dijkgatbos bij.
Toen spreker in 1963 in de Wieringermeerpolder kwam,
verzorgde het Staatsbosbeheer ook de beplanting rond
de boerderijen. Op het gereserveerde gedeelte van de
algemene begraafplaats te Middenmeer werden door eigen
personeel jonge bomen gekweekt.
In 1970 werd de beplanting rond de boerderijen aan de
pachters over gelaten. Dit werkte heel goed.
Spreker eindigt zijn lezing met een toepasselijk
eigen gemaakt gedicht.
Hierna overhandigt de heer Klaassen de secretaris het
boek Wording en Opbouw alsmede vier artikelen uit het
Nederlands Bosbouwkundig tijdschrift voor het
Genootschap
Na de pauze is het woord aan de heer van Dijk. Spreker
is werkzaam bij de gemeente Wieringermeer en is belast
met het uitvoeren van het in 1987 gemaakte landschaps
plan voor de polder.
Spreker wijst aan de hand van een aantal mooie dia's
op de beplanting langs o.a. wegen,die in sommige ge
vallen te zwaar is en elders slechts uit één enkele
rij bomen bestaat.
Het plan is om langs enkele wegen tweezijdige beplan
ting aan te leggen maar op andere plaatsen zal deze tot
slechts aan één zijde van de weg moeten danwel kunnen
worden terug gebracht.
Bij het overleg omtrent een beplanting, die geen
hindernis voor de grondgebruikers oplevert, worden
ook de landbouworganisaties betrokken.
De erfbeplanting langs de boerderijen is mede beeld
bepalend voor een polder.