Afb. 34. Landbouwschuren
zins uitvoerig omschrijft, welk onderhoud ten laste
der bewoners komt. Het luidt:
„Alle geringe en dagelijksche reparatiën aan het
gehuurde, daaronder begrepen het onderhoud van
sloten met sleutels, deurkrukken, raamboompjes,
wmdhaken, tapkranen, electrische schakelaar, ruiten,
rioleenng met beerput, zoomede het bevriezen
van de waterleiding achter den hoofdafsluiter, be
nevens het herstellen van al die gebreken en be
schadigingen, welke, naar het oordeel van den ver
huurder, het gevolg zijn van ruw of onoordeel
kundig gebruik van het betreffende onderdeel van
het gehuurde, komen voor rekening van den
huurder."
Te verwachten is dat de bewoning boven het
middelmatige zal zijn. De selectie der gezinnen
heeft met nauwgezetheid plaats gehad en het was
niet alleen de bekwaamheid van den man, die door
slaggevend voor de benoeming is geweest, ook de
vrouw was hier in het spel en deed haar man soms
juist „met een banddikte" winnen.
Afb. 36. Landbouwschuur. Ontwerp Bouwkundige Afdeeling
i
Afb. 35. Landbouwschuur. Ontwerp Bouwkundige Afdeeling
Ten slotte nog het volgende.
De arbeiders, die de woningen nu bewonen,
komen voor het overgroote deel uit woningen,
welke herinneren aan middeleeuwsche toestanden
woningen zonder waterleiding, met bedsteden in
de donkere kamers, laag van verdieping, metsteenen
vloeren, onbeschoten kap, vochtig meestal, zonder
electrisch licht, kortom woningen, die in alle onder
deden met de eischen op grond van onze Wo
ningwet en met alle moderne opvattingen van hy
giëne spotten.
Hoe ze zich hier op dien nog zilten Zuiderzee
bodem, in die nog zoo kale dorpen, waar alles
zoo nieuw nog is en dan in die „stadsche wo
ningen" thuis gevoelen Enkelen hebben soms nog
heimwee naar familie of kennissen, maar voor de
rest? Het zal wel gaan.
BEBOUWING BUITEN DE DORPEN
BEDRIJFSGEBOUWEN
Over den geheelen polder verspreid werden tot
op heden 53 bedrijfsschuren gebouwd. Aanvanke
lijk werden deze schuren gebouwd als één groote
ruimte, die voor alle denkbare doeleinden, eemge
zelfs als verblijfplaats van arbeiders, gebruikt
werden. Bij de bepaling van hun plattegrond werd
er echter rekening mee gehouden dat later op een
voudige wijze stallen e.d. zouden kunnen worden
ingebouwd.
In een volgende periode werden de stalruimten
mede ingebouwd en werden de paardenstallen
reeds als zoodanig gebruikt. In de laatste typen is
mede getracht rekening te houden met verschillende
situaties van tasruimte en een deel mogelijk te
maken. Iedere streek toch heeft zijn inheemsch
type, de boer is hiermede vertrouwd geraakt en zal
dit gaarne ook in den polder terugvinden. Dit nu
is een onmogelijkheid; vandaar dat een type is ge
bouwd, dat alle landaarden in beginsel kan be-
- 101 -