MIDDENMEER TOTALE OPPERVLAKTE 40 H.A.
Bestemming
terreinen
Totale
opper
vlakte
Uitge
geven
Bouw
bureau
Uitge
geven
of in ge
bruik
Resteert
woningen
13.32
4-42
1.14
7.76 h.a.
scholen
1.07
0.35
0.72
sport
1.65
1.65
kerken
1.26
1.26
kerkhof
6.35
3-
3-35
wegverharding
4.21
3.21
i.-
industrie
2*27
0.2
2.07
bermen, paden
enz.
±10 h.a.
SLOOTDORP
TOTALE
OPPERVLAKTE 35
H.A.
Bestemming
terreinen
Totale
opper
vlakte
Uitge
geven
Bouw
bureau
Uitge
geven
of in ge
bruik
Resteert
woningen
14.39
3.68
0.78
9.93 h.a.
scholen
1.08
0.42
0.66
sport
1.32
-
1.32
kerken
1.34
1.34
kerkhof
2.57
2.57
wegverharding
2.81
2.5
0.31
industrie
1.39
t-39
bermen, paden
enz.
±10 h.a.
kernen geheel vermeden. Des te meer aanleiding
was hiertoe, omdat de verschillen tusschen terrein
hoogte en polderpeil te Slootdorp en Middenmeer
2.30 m. resp. 1.70 m. bedragen, waaruit volgt
dat eventueele slooten, om waterhoudend en doorr
stroomend te zijn, zeer diep en dus kostbaar zouden
zijn en ondiepe slooten nooit water zouden hebben
bevat, tenzij bizondere maatregelen hiertoe werden
getroffen. In het eerste geval minder, in het tweede
meer, zouden zij echter gedoemd zijn geweest tot
openbare vuilnisbergplaatsen en open riolen te
worden gedegradeerd.
RIOLEERING
Een openbare rioleering was een tweede middel
om de hygiëne te bevorderen. Hiertoe is in de
wegen een rioleering gelegd, waarop alle huisrio-
leeringen, inclusief de privaten, doch deze laatste
door tusschenschakeling van een Ohmsput, moeten
worden aangesloten.
Het rioolwater loost zonder zuivering in de kana
len. Oogenschijnlijk lijkt deze oplossing wel wat
bedenkelijk als men „kanaal" leest. De werkelijk
heid is minder vreesaanjagend.
Ten eerste is de rioleering gedecentraliseerd
en heeft voorloopig ieder rioolstelsel ongeveer vier
uitmondingen onder water, terwijl iedere uitlaat de
vloeibare afvalstoffen van als maximum 100 wonin
gen verwerkt. Daarenboven loost de geheele drai
nage van het dorp, evenals de afvoer der straat-
kolken op de rioleering, zoodat het afvalwater be
langrijk verdund de kanalen bereikt. Te Slootdorp
doet zich de gunstige factor nog gelden, dat de
uitmondingen beneden de sluis gelegen zijn, waar
door voortdurend een, zij het ook geringe, verver-
sching van het kanaalwater plaats vindt.
Mocht bij groote uitbreiding van de dorpen
blijken dat hinderlijke gevolgen zouden optreden,
dan staat de mogelijkheid open in een gereserveerde
strook evenwijdig aan het kanaal een moerriool te
leggen, dat leidt naar een te maken zuiverings
installatie. In dit geval kunnen de bestaande uit
mondingen benut worden als nooduitlaten.
De rioleering bestaat uit betonbuizen op houten
vlot met klimschachten op afstanden van 60 m.
Zooals boven reeds vermeld, is het geheele dorp
gedraineerd. De aarden drainbuizen (0 5 cm.) liggen
ter diepte van 1.50 m. T 10 m. h.o.h. in de
diepterichting van de bouwblokken, terwijl ze
loozen op hoofddrains van gresbuizen, welke in de
paden achter de woningen liggen, welke laatste
hun water weer afvoeren naar de rioleering.
Zoowel rioleering als drainage werden gelegd,
voordat met den bouw van woningen een aanvang
werd gemaakt, hetgeen vooral noodzakelijk was
om den bouwgrond gelegenheid te geven voldoende
te ontwateren. Meestal was de aanwezigheid van
drainage reeds spoedig na het leggen goed merk
baar, alhoewel dikwijls in de naaste omgeving van
de in aanbouw zijnde gebouwen overlast van boven
water werd ondervonden en voorts bleek dat op
meerdere plaatsen de bovengrond slecht water-
doorlatend was.
WEGEN
Als breedte in de verharding van de wegen is
voor de meeste straten 4 m. aangehouden, welke
breedte al naar het te verwachten verkeer grooter
dan wel kleiner is geworden. Bij hoeken is de ver
harding meestal waaiervormig verbreed tot een
grootere breedte, die afhankelijk is gesteld van de
verkeerseischen.
Langs iederen weg is aan één zijde een voetpad
ter breedte van 1 m. gelegd, terwijl aan de
andere zijde een berm is gehouden, die als minimum
een breedte van 2.50 m. heeft. Deze berm wordt
voorloopig met gras ingezaaid en geeft tevens ge
legenheid tot het aanbrengen van boombeplanting.
Het trottoir in hoofdstraten, waar winkels te ver
wachten zijn, is belangrijk breeder aangehouden.
De wegverharding bestaat uit straatklinkers, op
gesloten tusschen trottoir- en (of) opsluitbanden.
Dit uit practische overwegingen in verband met
riool- en kabelaansluitingen. Bovendien leent de
bodem zich én door zijn ongelijke structuur, èn
pag.