Verslag van het gesprek met de heer J.Hidden uit Schagen. De heer Hidden is geboren in Blijham in Groningen, woonde later met ouders in Winschoten. Zijn vader werkte bij een boer. Zij kregen onenigheid en de volgende dag had zijn vader werk bij de MUZ (Maatschappij Uitvoering Zuiderzeewerken) en vertrok naar het werkeiland Oude Zeug. Later kreeg hij bericht van zijn vader dat hij daar ook kon komen als hulp van de keet juf frouw. Er waren op de Oude Zeug 8 a 9 barakken, woonketen voor de werkmensen aan de dijk. Ze zijn in dan in dienst van de MUZ. Er vaart een boot van Den Oever en vanuit Medemblik om de mensen te vervoeren. Eens in de 8 weken één weekeinde vrij, van vrijdagmiddag tot maandagmorgen. Met de boot naar Medemblik en verder naar Harlingen of Stavoren en dan met de trein naar Groningen. Om 3 uur in de middag was hij dan thuis. Hij verdiende op de Oude Zeug f16,00 per week; in Groningen f2,75 per week. Twee jaar werkte hij daar, eten koken, elke dag een emmer aardappelen schillen. Gekookt werd er in grote gietijzeren pannen op kachels, die gestookt werden op briketten. Die werden per boot vanuit Medemblik aangevoerd en werden met een kruiwagen naar de woonketen gebrachtDe verdere levensbehoeften werden aangevoerd door parlevinkers, varende winkeltjes, vanuit Medemblik. Verder verzorgde hij samen met de keetjuffrouw de was van de werkmensen. Baaien ondergoed en zware werkkleding. De wasmachine moest hij bedienen met de hand, 20 minuten duurde iedere wasbeurt, dan door wringer, spoelen, wringer Daarna het wasgoed aan de lijn wat goed droogde, want er was altijd wind. Elke woonkeet had 25 personen. De keetbaas en zijn vrouw woonde in het voorste gedeelte, hij was tevens uitvoerder, de keetbaas. De slaapvertrekken werden ook door de heer Hidden schoongemaakt. In de winter van 1929 gingen veel mensen met Kerstmis naar huis. Eén boot haalde alle mensen op van Den Oever via Oude Zeug en bij Medemblik liep de boot aan de grond; te zwaar beladen. Toen de dijk om de Wieringermeer dicht was, vertrok men naar Den Oever waar verder gewerkt werd aan de Afsluitdijk. De woonketen stonden toen voorbij de sluizen richting Friesland. Hier deed hij hetzelfde werk. Ook bracht hij hier driemaal per dag koffie rond naar de mensen op de dijk. Aan een juk hingen dan twee ketels koffie, samen met kroezen. Dat ging niet over een keurig straatje, maar over een dijk in wording. Zinkstukken werden in Den Oever gemaakt, die met hoog water zo dicht mogelijk tegen het dijklichaam werden gevaren om daarna d.m.v. stenen te laten zinken, een zwaar werk. En vrijdag was het visdag. Er waren veel mensen uit Brabant aan het werk, veelal katholiek, dus dan werd vis gegeten. De keet waar Hidden werkte had een goede kokkin. 1932 de dijk is klaar. Het gezin heeft nu een woning op Smerp, op Wieringen. Vader en zoon komen nu in dienst van de Cultuurmaatschappij. Zij helpen nu mee met greppels graven. Tussen elke greppel 15 meter. Het graven op zich gaat wel, maar het wegwerpen van de grond naar het midden van het veld is zwaar. Het midden moet namelijk iets hoger worden i.v.m. de afwatering. Hij werkte o.a. bij de Kooltuinen. Toen de ontginning klaar was, is hij bij Daalder gaan werken. Trouwde en woonde tijdens de oorlog in Alkmaar. Na de onderwaterzetting hielp hij mee de boomstronken langs de Schagerweg op te ruimen en nieuwe bomen te planten. Ook bij het herstel van de wegen hielp hij mee. Zo hielp hij dus tweemaal om de Wieringermeer bewoonbaar te maken. Een stuk geschiedenis Aldus Hidden, in een vraaggesprek voor de radio. Wil Maris heeft van de hoofdpunten een verslag gemaakt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 1994 | | pagina 15