58
Wat weet je zelf nog te herinneren van die tijd?
“Vooral dat grommende geluid van de bommenwerpers. Dan durfde
ik bijna niet naar bed. Ik had twee keer een brandend vliegtuig naar
beneden zien komen, ook die achter bij Dijkman naar beneden is
gestort. Onze Kees is daar nog gaan kijken, hij heeft de lichamen zien
liggen, dat had hij nooit moeten doen, hij heeft er veel last van gehad.
Zo was er ook een beschieting geweest bij de familie Admiraal aan
het Stet. Hun dochter Sjaan zei tegen mij: “Wil je het even zien?” Je
zag de kogelgaten in de muren en in de zolderplanken naast het bed
waar de jongens sliepen. Niemand was geraakt, goddank. Maar ik
werd er erg bang van.
Mijn vader had aan de Middenweg een stuk land, Het Plaatje. Daar
had je van dat mooie witte zand, waar je zo lekker in kon spelen. Ria
en ik waren daar aan het spelen, mijn vader en Jaap Bakkum waren
op het land bezig. Vlakbij, op de Rijksstraatweg, begon toen het
schieten waarbij mevrouw Haanstra is omgekomen. Mijn vader trok
met een vaart Ria de greppel in en ging boven op haar liggen om haar
te beschermen, Jaap Bakkum ging boven op mij liggen, dat was
allemaal heel eng hoor!”
Zat jij in de oorlog al op school?
“Ja, eerst op de kleuterschool, vanaf
mijn 3e jaar, 3 jaar lang en daarna
de lagere school. Van de
kleuterschool weet ik nog dat we
altijd een schortje droegen, ik had
zo'n schortje met grote zakken aan
de voorkant. Met mijn verjaardag
had ik daar snoepjes in om rond te
delen. Nou ja, snoepjes, ik vond ze
hartstikke vies! Ze smaakten naar
meel. Maar mijn broertjes wilden ze
wel hebben. Ook weet ik nog dat er
van die oude beschreven schriften werden gebruikt voor
vouwblaadjes. We hadden in de klas één puzzel, dat was een oude
ansichtkaart in stukjes geknipt, wat natuurlijk zo uit elkaar viel. Ik heb
nooit de kans gekregen om hem te maken.
De school was telkens ergens anders, de eerste keer bij Cor
Zomerdijk achter in de schuur, daar was de plee ook. Daarna was de