Een lid van de Burgerwacht te Limmen
47
Alle leden van de burgerwacht en de BVL moesten natuurlijk getraind
worden. Er werden schietoefeningen gehouden op de lommerrijke
schietbaan aan de Hogeweg tussen het houten huis “’t Hout wat” en
het winkeltje van Corrie Brakenhoff, waar nu het terrein ligt van de
NTKC (Nederlandse Toeristen Kampeer Centrale). De schietbaan
was eigendom van de gemeente en Jan van der Peet was daarvan
vrijwillige landstorm in discrediet te brengen. Dat is dan ook de
oorzaak, dat er zoo weinig animo is voor de burgerwacht en dat euvel
doet zich vooral voor bij de bezittende klasse, op wien toch de strijd
vooraf gemunt is. Is het niet te betreuren, dat bijna uitsluitend
arbeiders zich aanmelden voor de burgerwacht? Zeker, zij zijn werken
gewoon en kennen geen rust, maar kunnen de anderen zich
verantwoorden met hun de kastanjes uit het vuur te laten halen?
Neen, duizendmaal neen, ieder is verplicht om mede te werken de
revolutiegeest den kop in te drukken, want nogmaals, het gevaar is
niet denkbeeldig. Slaat de hand aan den ploeg en wie zich niet
bekwaam acht, om het geweer te hanteeren, helpt dan op andere
wijze de burgerwacht steunen, door uwe belangstelling of door uwe
financieele of moreele hulp. Waarom moeten zij, die zich getroosten
om de 14 dagen naar Egmond te gaan om aan schietoefeningen deel
te nemen, zelf de prijsjes betalen, die zij willen geven aan de beste
schutters? Waarom moeten zij zelf telkens om een rijtuig bedelen
voor degenen die niet kunnen fietsen of er geen bezitten? Waarom
moeten zij daarbij nog zoo dikwijls worden teleurgesteld, doordat
allerlei uitvluchten gezocht worden? Och toont toch uwe
belangstelling en breng eens een offertje bij den penningmeester
Gijzen, die de kleinste gave gaarne in ontvangst zal willen nemen en
zorg zal dragen dat het den leden der burgerwacht ten goede komt.
Neen, die instelling kan en mag niet verdwijnen en daarom geeft u op
als lid. Stel uw rijtuig zelf gaarne ter beschikking en laat er niet om
vragen, laat u eens zien bij de schietoefeningen, en gij zult zien dat
de leden van de burgerwacht dat op zeer hoogen prijs stellen, zij
zullen u dankbaar zijn en zeker zullen zij met nog meer energie de
goede zaak behartigen, door uwe waardering.
Hopende dat dit schrijven hare gewenschte uitwerking niet zal
missen, U, Mijnheer de Redacteur dankend voor de verleende
plaatsruimte,