35
In 1966 werd onze zoon Toon geboren, inmiddels ook al weer 50 jaren
oud. In 1967 kwam ik in aanraking met de Carnavalsvereniging "De
Uylenspiegels", die ergens rond 1965 was opgericht door onze
burgemeester Molhoek (van oorsprong een Brabander). Voor mijn
werk was ik veel weg en mijn vrouw runde het geheel: huis, tuin en
hond.
In 1960 kregen alle Hollanders bij de Standard Oil ontslag. Wij waren
politiek gezien lastig. Denk daarbij aan Indonesië, Sukarno en Nieuw-
Guinea en wij waren duur. Men stapte over op Italianen. Toen ben ik
aan de wal gaan werken bij ingenieursbureau Alpha Engeneering in
Beverwijk. Mijn vrouw en ik hadden intussen voor Hollandse
begrippen een leuk spaarpotje opgebouwd. Wij zochten toen een
architect om een huis voor ons te laten ontwerpen. Het een en ander
resulteerde in het huis aan de Bogerdlaan 4 in Limmen, waar ik nog
steeds met plezier woon.
Na de oorlog ging ik varen bij de Standard Oil als vijfde machinist. Die
voer in het Verre Oosten. Mijn eerste contract was voor vijf jaar, non
stop, dus in 1947 ging ik weg en in 1951
kwam ik pas weer thuis. De contracten
waren wat moderner geworden en het
werden dus uiteindelijk vier jaren.
Ik ontmoette mijn vrouw Tiny Kraakman
uit Heiloo. Op 3 juni 1952 trouwden wij
met het nodige feestgedruis en op 2 juli
1952 vertrok ik weer voor twee jaar naar
het Verre Oosten. Wij woonden op een
bovenetage in het huis van mijn ouders
in Haarlem. Iets kopen of huren was er
in die tijd niet bij. Er heerste woningnood.
In 1958 gingen wij in Heiloo wonen,
achter de kruidenierswinkel van mijn schoonouders aan de
Mallevoortsdijk, thans de Pastoor van Muyenweg. Het was maar
"tijdelijk" om eens rustig uit te kijken naar wat "eigens". Ik voer nog
steeds en was om het anderhalf jaar een paar maanden thuis.
Frans Prins aan het roer bij
Standard Oil