27
De vracht bestond toen voor een groot deel uit turfbriketten voor het
stoken van de kachel. Ze kregen er slappe mest voor terug. Op het
Stet werd dan afgemeerd en de slappe mest werd via een smalle
plank over de schuit naar de wal, met grote houten kruiwagens in de
mestkarren geladen. Als je dan boven de schuit op de smalle plank je
evenwicht verloor, dook je volop in de mest.
De slappe mest was voor de bollenboeren, die hiermee het verstuiven
van het zand op winderige dagen tegengingen. Tegenwoordig mag
en via de Dusseldorpervaart en het Slikkerdie voeren ze naar de sluis
bij Akersloot. Daar moest worden geschut, omdat het waterniveau in
het Alkmaardermeer verschilde van het niveau in de Limmerpolder.
Voorbij de sluis kwamen ze dan in het Limmergat, de vaart die tussen
de Dorregeesterpolder en de Hempolder loopt naar het
Alkmaardermeer. Het meer moest worden overgestoken naar de
Wijde Stierop om vervolgens via de Markervaart verder het land in te
gaan. Maar omdat het Stet te ondiep werd en er ook constant
trammelant was met de poldermensen van het Hoogheemraadschap
verhuisden de gebroeders Min naar een plek bij de kalkovens van
Ruigwaard in Akersloot, waar nu ongeveer de jachthaven ligt. Het
ging er soms stevig aan toe getuige volgend krantenbericht uit 1930.
EEN DRIFTIGE MESTSCHIPPER
De 46-jarige expediteur te water van mest en aanverwante
welriekende stoffen de heer Petrus Min te Limmen, stond terecht ter
zake een gepleegde mishandeling. Hij had namelijk den heer Joh.
Buur, bloembollenkweeker en machinist van de electrische
watermachine te Akersloot met wien hij kwestie had gekregen over
de bemaling, op 15 October 1930 een klap in het gelaat toegebracht.
Volgens verklaring van den mishandelde had verdachte er nog al
stevig op getroefd en nu overlegde getuige een rekening van den
dokter wegens geneeskundige behandeling en geslikte
schrikdrankjes. De verdachte kwalificeerde die verklaring als leugen,
waarmee hij natuurlijk bedoelde onjuist of overdreven en beweerde
niet geslagen te hebben. Er was echter nog een getuige, de heer
Klaas Winder, die had gezien, dat verdachte had geslagen.
Laatstgemelde kreeg dus bijna de partij aan zijn plus fours, maar
werd, dankzij een leemte in de dagvaarding, nog bijtijds
vrijgesproken.