15
Wat weet jij nog uit je jeugd te herinneren?
“Dat je bij ons achter, door de tuin, bij het huis van Opoe Tuin kwam.
Zo noemden wij haar. Pas later hoorde ik dat ze eigenlijk Opoe
Hageman was, de moeder van mijn vader. Wat ik ook nog weet, is dat
wij in de schuur een oven hadden staan, en daar moest elke maandag
de wasketel op om de was op te koken. Wat heel leuk vroeger was,
is dat wij altijd met Sinterklaas stoeltje mochten zetten. Ik weet nog
dat een keer bij broer Theo zijn stoeltje 's morgens leeg was. Theo
was hartstikke kwaad natuurlijk, hij liep te foeteren zo van: “moet je
kijken, alleen maar fietsenrotzooi en poppenrotzooi”. Natuurlijk heeft
hij later wel wat gekregen, maar hij moest even voelen dat je niet
zomaar wat krijgt. Wat mij ook nog bijstaat is dat wij veertien dagen
van school plukverlof kregen om aardbeien te plukken. Dat deed ik bij
ome Cor. Toen ik plukverlof had in een jaar dat er gestemd moest
worden, gebeurde het vaak dat als er iemand langs de tuin fietste er
naar elkaar geroepen werd “hé, wat heb jij gestemd?!” “Nou, KVP
natuurlijk!”
Ik heb bij meester Bruschke in de klas gezeten en als je het bij hem
erg bont maakte, dan kon je een borstel naar je kop krijgen. Gert
Groot zat ook bij mij in de klas en die was aan het klieren. Dus
meester gooide de borstel naar Gert, deze ving hem keurig op en
gooide hem zo het raam uit! Dat vond je als jongen prachtig.
Dat was sappelen hoor, door weer en wind elke dag weer, er waren
in die tijd nog geen regenpakken of zoiets. Maar dat was voor
iedereen zo. Wat weleens gebeurde was dat mijn vader thuis zelf
beslag maakte voor een krentenbrood. Hij had daar een groot bakblik
voor, en hij liet dat krentenbrood door bakker Sassen afbakken. In
mijn herinnering kregen we dan ‘s zondags zo'n hele grote snee
krentenbrood. Met de bakfiets van vader heeft onze Jan, mijn oudste
broer, in de oorlog het eten uit de gaarkeuken rondgebracht. Bij de
bevrijding hebben wij vaders bakfiets nog versierd en daarmee in de
optocht gelopen.”
Hoeveel kinderen kregen je ouders?
“Twaalf stuks. Elf jongens en één meisje. Jan (54), Henk (39), Gerard
(81), Cor (82), Theo, Johan, Wim, Gre, Leo (65), Ton (72), Ben en
Frans. Er zijn er dus al zes overleden. Mijn ouders hebben 23
kleinkinderen gekregen.”