zondagavond. Dat was bij "De Instuif", in het KJ "Katholieke Jongeren" gebouw. Daar ontmoette ik Tiny en ze stond mij wel aan. noemde mij daar "broeder". In die tijd werden de deuren nog niet de "Gele Rijders" genoemd. 54 I/Waar heb je Tiny leren kennen? Samen met mijn vriend im Mooy gingen we dansen op Zij woonde toen in ^V orm er. Ve zijn in 1960 getr ou wd. In 1961 is onze dochter Jola geboren en 1964 zoon Arj an. In 1964 kon ik bij melkhandel Kaandorp in Castricum aan de gang om melk te venten. Maar dat vond ik helemaal niks: ik kreeg er zelfs een maagzweer van. Dokter Bremmers, die wel begreep waar het aan lag, zei dat er bij de V i llibrordus Sti chting personeel gevraagd werd en dat ik daar maar eens moest gaan kijken. Volg ens hem was dat echt iets voor m ij Hij had gelijk: het bleek een prima plek voor mij te zijn. Ik kon daar in de transport en ik ben daar nooit met tegenzin heen gegaan. Ik heb er 33 jaar gewerkt. In het begin was het daar een echte mannenmaatschappij: er werkten geen vrouwen. Sommige mensen met codes geopend. Ik had een hele grote zware sleutelbos, menig broek- en jaszak zijn daardoor stuk gegaan. Maar ik wist precies van elke sleutel waar die voor was. Ik had daar een vijfdaagse werkweek en als ik in het weekend gewerkt had dan kreeg ik een extra dag vrij. Ik reed daar altijd in een geel karretje rond. Mijn collega's en ik werden Het paviljoen Cornelius van de Stichting moest leeg en daarna liepen de cliënten veel meer buiten. Maar je De Gele Rijder had echt geen last van ze hoor! De meesten waren hele aardige knapen. Pas later kwamen er veel meer veranderingen. Toen ik 25 jaar in dienst was hebben ze mij een prachtig feest aangeboden, je werd daar wel erg gewaardeerd."

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2016 | | pagina 55