een dag of tien uitzendverlof en toen vertrok ken we vanuit IJ m uiden
met de boot genaamd de Volendam naar het Verre O osten.
Het was echter dat weekend net Limmer kermis en het verlof liep tot
maandag. Ik had nog verlof en was dus nog thuis. Hoe moest ik dat
nou oplossen om toch naar de kermis te kunnen? Ik bedacht om
naar het spreekuur van de dokter te gaan. Na een korte tijd wachten
kwam de dokter aangelopen. Hij trok zijn jas uit en ik zag dat hij drie
sterren droeg en dus kapitein was. Zelf dacht ik: Ik wil niet vóór de
Limmerkermis worden uitgezonden De dokter zag echter, dat ik
mezelf bij het scheren had gesneden, en zei: "Over drie dagen
terugkomen jij. Zo was mijn kermis op een goede en correcte
manier gered. Zonder de verklaring van de dokter had ik het niet
gered, want de M.P. (Milita ire Politie) stond al klaar om me op te
halen. Uiteindelijk gingen we met de Volendam het zilte nat op.
Mijn herinneringen aan de bootreis
Het was een grote overvolle boot. Rond de Golf van Biskaje was de
zee wild en iedereen werd zeeziek. Bij het Nauw van Calais was de
Middellandse zee rustig. Rondom Port Said zagen we veel bootjes
met allerlei handelswaar. Het Suezkanaal was heel indrukwekkend
en dat gold ook voor de grote Sahara en de Indische Oceaan. We
zagen de springende vissen achter de boot. We verveelden ons
dood aan boord en de steeds korter wordende schemering is mij ook
bijgebleven. Op een gegeven moment was het dan zover en kwam
Sumatra in zicht met het Bukit Barisangebergte.
We gingen in Padang aan land en we reisden met de trein naar Fort
de Kock, waar tot mijn verwondering vijf of zes militairen uit Limmen
stonden. IW e konden niet lang genieten van de mooie natuur en
specifieke bouwstijl. Dit gebied ging bij Indonesië horen.
De overdracht aan de T.N.I. (Te ntara Nasional Indonesiëoftewel
het Indonesische Nationale leger) was geregeld en wij moesten na
de overdracht alle militaire bezittingen aan hen overdragen.
Wijzelf moesten dus ook het veld ruimen en ons bataljon werd
overgeplaatst naar Nieuw-Guinea. De ondersteuningscompagnie
werd opgeheven, waardoor de fourier (dat was ik dus) en de
administrateur overbodig waren. Wij werden ter beschikking gesteld
van de gouverneurgeneraal in Bandung. Het bataljon ging op de
75