Gelukkig kwam er na deze vijf jaren de vrede. Helaas niet voor iedereen. In veel kolonies wilde men zelfstandigheid, zo ook in Nederlands-lndië. Nederlandse troepen moesten dit streven bestrij den. Eerst gingen de OVW- ers (de OorlogsVrij^Wil ligers) naar Indië. Bij één van de laatste veteranenreünies hoorde ik wel, dat veel van deze jongens geen vak hadden kunnen leren. Na een poos werden de dienstplichtigen uitgezonden. Zelf kreeg ik ook een oproep. Ik was 21 jaar en enig zoon. Mijn vader en moeder hebben dit heel erg gevonden. De opkomst was in Amersfoort bij de Huzaren van Boreel een tankafdeling. Na ongeveer zes weken werden we overgeplaatst naar Kampen. Daar was de opleiding S.M.A., dat staat voor Sergeant Majoor Administrateur. Na ongeveer zes maanden bleek, dat er nog fouriers nodig waren. Zij waren verantwoordelijk voor kleding, schoeisel en wapens. Ik hoorde hier ook bij. Ik verhuisde naar Amsterdam voor de fouriercursus, waar we de onderdelen van de wapens allemaal in het Engels moesten leren. Dit bleek achteraf in de praktijk compleet overbodig. Va naf de kazerne in de Sarphatistraat was het elke dag marcheren naar kamp Zeeburg. We waren een oorlogseenheid; er moest dus getraind worden in schieten, het gooien van handgranaten en trainen op de stormbaan enzovoorts. Na het einde van de fouriersopleiding kwam de uitslag. De nummers één en twee van de geslaagden kregen als beloning vrijstelling van uitzending naar Indië en na nummer drie en vier kwam korporaal De Goede. Ik keek al rond of er nog een De Goede kon zijn, maar nee. Ik was dus een van de weinigen, die geslaagd was en kreeg meteen de titel van sergeant ofwel sergeant-titulair. Later op de boot naar Indië werd ik algauw sergeanteffectief en kreeg, als ik het mij goed herinner, 80 gulden per maand. Dat was toen geen gek, maar een behoorlijk bedrag. Als fourier werd ik ingedeeld bij de Staf Compagnie van het 434 ste bataljon Prinses I rene. Dit gebeurde vlak voor de uitzending met het bataljon naar Ede- IW ageningen. Hier werd de tropenkleding uitgereikt. Modieus was dat zeker niet. We kregen onder andere een hemd en een broek, die veel en veel te groot waren. IWe kregen nog 74

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2015 | | pagina 75