GEDICHT UIT DE CEL
S
12 Me, 1942
O
ér--/':'".
Cel 314-Vle
3l A
62
cheveningen
ranje hotel
is Antoon Mutsert, die gemene schavuit
is de Bajes, hoe kom ik er uit
is de Cel, waar men zuchten hoort slaken
is de deur, die men niet open kan maken
is Engeland, die komt steeds te laat
is het Front, waar alles om gaat
is het Gezang, verboden al gauw
is Holland, dat blijven wij trouw
s een Ieder, die hier gevangen zit
is de Jool, die houdt ons nog fit
is Koude kost, als men spreekt, zingt, of lacht
is het Luikje, waar men het eten door bracht.
is de Macht, die je boven je weet
is de Nacht, waarin men alles vergeet
is het Oranje hotel, waar men gratis logeert
is de Plicht, die roept ons straks weer
is de Quibus, die denkt, dat hij het wint
is de Rotzooi, waarin hij zich bevindt.
is Schreeuwen, schelden en snauwen
is de Toekomst daarop blijven wij bouwen
is het Uur der bevrijding, die komt
is het Verhoor, waaraan niemand ontkomt
is het Water, twee maal vers per dag
is de onbekende hulp, die niemand nog zag
is de ijver, waarmee we straks weer beginnen
is de zekerheid, dat we eens zullen overwinnen
Jê -Ls I - g a y
ii
T O
-€$»Si