"Mag hij er niet in?", vroeg hij aan zijn baas. "Nee", was het resolute antwoord. "Hij is te licht". mij tot de orde riep... En niet de rammelende hellepoort. 8 achter hem een duivel naderen op de oprijlaan, Aan de twee hoorntjes op zijn kop dacht ik meteen dat het Satan moest zijn, Maar Satan had een tussenvoorstel, Hij stelde voor dat het voor mij leuk zou zijn als ik een kijkje in de hel zou nemen, Hij zei dat hij mij absoluut weer buiten de hellepoort zou brengen, Dat vond ik een fantastisch plan, Een prachtplan, ik zou de hel mogen bezoeken en zien wie daar allemaal zaten, Beëlzebub vond het goed en Satan kwam naar de poort, Maar die grijns op die bovennatuurlijke r ot kop van die ellendeling, Ik schrok me wezenloos en was verlamd van schrik door het zien van die tronie van dichtbij, En terwijl ik me realiseerde dat ik van de ene in de andere stommiteit was beland en geen terugweg zag, werd piepend en krakend het hekwerk open gedaan om mij toegang tot de hel te verschaffen, Op mijn nachtkastje stond mijn oude wekkertje, En dat was het dat Ik kon opgelucht ademhalen en voelde mij gelukkig op de aarde, Hoe moet ik dit nou plaatsen? Is het een visioen of een nachtmerrie? Ik houd het maar op het laatste, P,A, van der Steen,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2014 | | pagina 9