"Want als je hier gaat lopen, kom je in geen honderdduizend jaar
daar kom je nooit meer uit."
mijn portemonnee die goed gevuld was met euro's, aan hem geven.
"Wat moet ik daarmee?", vroeg hij. Op datzelfde m oment drong het
van je medemens punten op. Bijvoorbeeld: "Vent. stik" of: "Rot op,
smeerlap". Maar ook een belediging, sarcasme, 'n hatelijke
vrolijk "Goedemorgen", met een glimlach is al goed voor GW punten.
ergens. Dit is namelijk de absolute niks-ruimte. Goed dat je mij
geroepen hebt, anders was je mogelijk het niet'dal ingelopen en
De lessen
Ik was hem zeer dankbaar en wilde, om dat goed te laten blijken,
tot mij door hoe ontzettend stom ik in de weer was met mijn poen. Ik
kreeg een preek over me heen waar ik afw isselend warm en koud
van werd. Die preek barstte los met de inleiding over mijn stommiteit
met dat geld. Hij stelde dat ik dat aan arme mensen en vluchtelingen
in de kampen had moeten geven. Dan bracht het punten op. Nu heb
je er niets aan, hier kan je er nog geen droppie voor kopen.
En dan vervolgde hij met de uitleg van het hemelse systeem. Daarin
worden punten gegeven die gewogen worden. Ik zal de lezer niet te
lang vervelen met alles wat hij heeft uitgelegd, maar in het kort komt
het er op neer, dat het lijkt op onze winstberekeningen. Er is een
Debet- en een Creditzijde.
Zij spraken van G^V (goede werken) en SD (sle chte daden). Er is
weinig fantasie voor nodig om te snappen waar je handelingen
komen te staan, maar hij noemde toch een paar zaken die ik
verrassend vond, Bij de SD levert elke verwensing aan het adres
opmerking, enzovoorts, komt in het rechter rijtje te staan.
Aan de debetzijde kan al heel gemakkelijk gescoord worden. Een
En dan een scala aan mogelijkheden met hulp aan medemensen in
je omgeving, in het land of ergens in de wereld waar mensen in
nood zijn. De uitkomst van de berekening is het kapitaal.
Huiveringwekkend.
Stel je voor. Nu zou Dies Illa (dag der gramschap) en Dies Ira (dag
des oordeels) volgen. Mijn daden zouden gewogen worden. Als ik er
niet door zou komen dan restte mij de hel, of de eeuwige wandeling
4