Hoe het verder met Joop en auto's ging is geschiedenis en kunnen
Ik heb aardig wat, en soms aparte, auto's gehad. In mijn werk heb
ik, dankzij mijn studie natuurkunde, bijzondere auto's voor
51
Zo rond 1953 was Joop draglinemachinist, er moest per slot van
rekening brood op de plank komen. In die tijd lieten veel tuinders de
grond van hun tuinen afzanden. Dat zou beter zijn voor het groeien
van de te verbouwen gewassen. In februari van dat jaar was de
watersnoodramp in Zeeland. Toen het water zich terugtrok, was er
grote behoefte aan draglines en bijbehorende machinisten om de
infrastructuur van de waterhuishouding aldaar te herstellen. Joop
heeft daar, met zijn dragline, toen zijn steentje aan bijgedragen. Hij
was in de kost bij een echtpaar in Zierikzee en is later nog vaak
terug geweest, want als je eenmaal een warme band met Joop had,
was dat voor het leven.
Mijn grootouders hadden achter het huis een groene houten schuur,
daarin gebeurde het. Joop had een lasinstallatie, in het begin met
carbid, later gasflessen met zuurstof en acetyleen, om autogeen te
kunnen lassen. Het carbid moest met water worden vermengd om
ook acetyleen te laten vrijkomen. Wij pikten carbid om in een busje
te laten knallen. Ome Joop had ons zo ook wel wat carbid gegeven
want hij was altijd wel in voor een geintje, maar wij vonden dat
gepikt carbid toch een net iets mooiere knal gaf. Later leerde Joop
mij lassen, iets wat ik prachtig vond, maar in mijn verdere leven niet
echt veel gebruikt heb.
De trots van Joop in die schuur was een draaibank. Na veel gezeur
mijnerzijds heeft hj daar een klein schroevendraaiertj e voor mij op
gedraaid, een heksenwerk. Het was eigenlijk een onhandig, raar
schroevendraaiertje dat ik jarenlang in mijn mecanodoos heb
bewaard. Het was mijn lievelingsgereedschap hetgeen ik als een
juweel koesterde, maar helaas op de een of andere manier kwijt ben
geraa kt.
anderen die dichter bij hem stonden dan Henk en ik beter vertellen.
Z[jn vrouw, kinderen en kleinkinderen hebben dat van zeer dichtbij
mee mogen maken terwijl Henk in Australië woonde en ik ging
studeren en verder mijn eigen weg volgde.
We bleven dankzij onze ome Joop toch een beetje autogek. Voor mij
werden door Joop autos levend, kregen een naam en een gezicht.