instituut "Joop van der steen, voor al uw DKW problemen". 50 Ome Joop was de bezitter van een prachtige antieke auto van het merk Graham P aige, welke hij gekocht had van advocaat Kr aakman. Die stond bij het kippenhok van opa eenzaam te treuren. Henk en ik vonden dat zo zielig, dat we op zekere dag het gehele interieur maar gesloopt hebben, dat werd ons niet in dank afgenomen. De auto, of wat er van over was, is door Joop verder gesloopt voor onderstel en wielen, destijds gebruikt voor een boerenwagen. Het koetswerk heeft nog jaren dienst gedaan als berging van tuingereedschappen achter het Kraaienbos op de tuin van onze opa. O p zekere zondagochtend zouden wij, zoals gewoonlijk, met oma naar de kerkdienst in de abdij van Egmond gaan. Destijds was Joop de bezitter van een vooroorlogse DKW sedan (voor connaisseurs: model F7). De benzinepomp functioneerde niet volgens het boekje en benzine moest (met de mond) aangezogen worden. Dit vereiste een handigheidje dat Joop op die ochtend nog niet helemaal onder de knie had. Sindsdien weet ik, concluderend uit zijn primitief woordgebruik, dat Joop benzine niet echt lekker vond. Volg ens boze tongen is het spreekwoord "vloeken vóór de kerk" toen uitgevonden. Nu we het toch over D K^V hebben, dit was destijds het familiemerk. Mijn vader, Cor Adrichem de melkboer, beschikte over een soort zelfbouw pick-up en ome Piet had lange tijd een soort bestelwagen. De opbouw was van triplex en gemaakt door Co Bolten, een vriend van Piet en Joop uit Heiloo. De eerder genoemde zondagse DKW- F7 limousine was er natuurlijk ook nog. Alle voertuigen hadden dezelfde aantrekkingskracht op de politie, ze werden altijd aangehouden en volledig gecontroleerd, vooral met betrekking tot remmen en stuurspeling. Voor zover ik weet ging het altijd goed, we zijn in ieder geval altijd (zonder kleerscheuren) thuisgekomen. Het onderhoud van het wagenpark was natuurlijk in handen van het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2014 | | pagina 51