30
schoeisel dus regelmatig van nieuwe zolen. Piet van der Stee n
herinnerde zich één persoon, die alle wandeltochten op klompen
liep. Dat was Dees Sikkele rus; die woonde niet in Limmen, maar
kwam uit Akersloot.
De routes van de wandeltochten stonden in de zogenaamde
wandelboekjes beschreven. Vanuit Limmen ging men met de trein
om bijvoorbeeld in Amersfoort te wandelen. Ook werden er
zogenaamde Knobbeltochten georganiseerd. Daarbij bepaalde de
worp van de dobbelsteen de afstand van de tocht. Op de zijkanten
van de dobbelsteen stond een afstand geschreven, die varieerde
van 15, 20 tot 25, maar er was ook 40 kilometer. Je was verplicht de
afstand te lopen, die gegooid werd; dat werd dus een flinke
middagtippel als je de 40 km had gegooid. Het was dus slim om 's
morgens van start te gaan bij een Knobbeltocht. Gooide je in de
middag een afstand van 40 kilometer, dan viel dat qua tijd niet mee.
Een clubgebouw kende de vereniging niet. De deelnemers
verzamelden zich bij de woning van Cor van der St een aan de
Pagenlaan. Zoals net al was verteld werd de trein gepakt als de
startplaats van de wandeltocht te ver weg was. Een treinkaa rtj e was
duur en de meeste mensen hadden het niet breed. Als het enigszins
haalbaar was stapte men dus liever op de fiets.
Contributiegeld werd niet betaald. Je betaalde voor de wandeling,
die jij wilde maken. Voor dat geld kreeg je dan een aandenken en
dat was meestal een medaille.
Heel veel inwoners waren katholiek. Kath olieken mochten echter
voor de middag geen sport beoefenen. De leden van de "K.L.M."
hadden daar moeite mee en bedachten een oplossing om dit verbod
te omzeilen. Ze besloten met z'n allen naar de vroegmis te gaan,
dan hadden zij hun kerk plicht gedaan en waren ze vrij om te gaan
en te staan waar ze wilden. (Dat vonden zij althans een
aannemelijke regeling). Een aantal plichtsgetrouwe kerkgangers uit
Akersloot stoorde zich enorm aan dit opstandige gedrag, omdat
deze oplossing ook door een groep Akersloters in prakt ijk werd
gebracht. Deze kerkgangers besloten als echte klokkenluiders
deze ongehoorde praktijken aan de pastoor van Akersloot te
melden. Deze goedaardige voorganger gaf als antwoord: "O h ja?
3 Ik
ou ja, zeg!