D
28
Appelmoes van 500 gram appelen
1/2 wit brood zonder korst in dobbelstenen
2 eetlepels abrikozenjam
3 eieren
75 gram kristalsuiker
35 gram (room)boter
beschuitkruim els
Vermeng de appelmoes met het brood en de jam. Splits de eieren
en klop de dooiers luchtig met de suiker. Smelt de boter, laat hem
iets afkoelen. Klop de eiwitten stijf. Schep het dooiermengsel en de
gesmolten boter door de appelmoes en spatel de eiwitten hier
voorzichtig doorheen. Vet een broodvorm in en bestrooi hem met de
beschuitkruimels. Schep het appelmoesmengsel hierin en dek af
met een velletje bakpapier, sluit de vorm af met aluminiumfolie.
Verwarm de oven voor op 175 graden. Vul de braadslede voor de
helft met heet water en zet de broodvorm erin. Deze moet tot 2/3 in
het water staan. Schuif de braadslee in de oven en laat de pudding
in circa 1 uur gaar worden. Geef er rode bessensaus bij.
Dit is dus een oud nagerecht uit de streek van Flipje uit de Betuwe,
wel bekend van de fruitbomen en bessenstruiken. Op de agrarische
bedrijven werd dit gerecht veel door de loonwerkers gegeten, en zelf
gemaakt. Gooi geen oude schoenen weg voordat je nieuwe hebt is
een oud spreekwoord en in dit gerecht werd oud brood gebruikt.
Misschien komt de naam van het gerecht hiervandaan?
Beste lezers,
Omdat het onderwerp oude recepten zoveel leuke reacties gaf,
heeft de redactie besloten dit onderwerp in het volgende nummer
een vervolg te geven.
Mocht u door deze inzendingen zelf ook nog iets herinneren van
vroeger, graag met een verhaal erbij, stuur die dan naar Elly
Vre eburg of Gerda Kuyper-Bruschke.
e redactie