Ook mocht er thuis geen Engels meer gesproken worden. Later
werd ons eigen huis ook gevorderd. Dat was best moeilijk, want
binnen een weekend moesten we eruit. Nu was de woning naast
ons ook van ons en daar woonde toen de familie van Delft. Gelukkig
konden zij bij iemand anders terecht, zodat wij zolang in dat huis
konden wonen. Maar wat ik me vooral herinner waren de feesten
met de Canadezen met de bevrijding. Samen met Ans P epping uit
de Kerkweg ging ik naar die feesten toe. Alleen toen er een gymclub
georganiseerd werd in het Parochiehuis, werd ik aan de deur
weggestuurd, want ik was niet katholiek.
WWaar heb je Christiaan van Keeken leren kennen?
De familie Van Keeken kenden wij wel, want vader Van Keeken
werkte bj ons in het bedrijf. Op een dag kwam ik thuis en mijn
moeder zei: er is een jongen van Van Keeken aan de deur, of je
mee wilt gaan want ze willen een Padvinderij oprichten Nou ja
dacht ik, waarom niet? Dus ik pakte mijn fiets en wilde richting
Alk maar gaan. Maar Chris reed zonder iets te zeggen richting
Castricum, dus ik er maar gauw achteraan. ^W at bleek, de vader van
Chris was bezig met het oprichten van een P advinderij in Castricum.
Zodoende moest Christiaan mij ophalen. De hele weg zei hij niets
tegen mij. Hij dacht vast zoiets als: wat moet ik met zon meid?
Maar goed, ik werd daar welpenleidster en later akela. Christiaan is
daar vaandrig geweest, maar dat was heel kort.
In oorlogstijd was Chris tewerkgesteld in Duitsland bij een tuinderij
en later bij een boer. Ja, daar had je toen geen keus in. Nu had die
boer een dochter en hij zag Christiaan wel als schoonzoon zitten.
Alleen was daar één voorwaarde aan verbonden: Christiaan moest
wel katholiek worden. Daar was natuurlijk geen denken aan. Na de
oorlog had Christiaan zich opgegeven als oorlogsvrijwilliger.
Hij is een opleiding gaan volgen in Engeland. Via Engeland werd hij
al heel gauw opgeroepen om naar Nederlands Indië te gaan. In
Nederlands Indië zat hij in de Commissie van Goede Diensten. Deze
werd geleid door de VN. Hij moest daar als waarnemer op de
militairen letten, dat zij zich netjes gedroegen. In zover dat mogelijk
was, werd in die tijd onze relatie via de post onderhouden. In 1949 is
hij weer thuisgekomen.
13