hem vallen". Mijn vader riep: "Je haalt het niet in je hoofd, hoor!" Mijn broer kon zich 58 mijn moeder lachte, hoe kwader hij werd, vooral toen hij zag waar hij in lag. Dus kon mijn moeder 's nachts de hele kamer schoonmaken en mijn vader moest als een klein kind verschoond worden. De mat moest naar buiten en de volgende dag werd het hele verhaal natuurlijk bekend. Zo waren er ook in die moeilijke omstandigheden altijd nog wel situaties, waar je vreselijk om moest lachen, alhoewel dat lachen altijd heel dicht bij het huilen stond. Ik zag daar ook plotseling moffen op het erf komen, maar zij kwamen niet naar binnen. Dat wist ik toen nog niet, dus ik waarschuwde iedereen. Mijn vader en moeder zaten in een kast naast de schoorsteen. Op de zolder hadden ze een stuk hout uitgezaagd tussen de pannen en het dakhout. Daar zaten mijn broer en ik. Zij hadden dat stuk hout er keurig uitgehaald en er een schot van gemaakt. Maar waarschijnlijk was het hout uitgezet en ging het er niet meer vóór. Mijn broer en ik stonden met het angstzweet in onze handen in die schuilplaats met dat open gat. Die meiden stonden als bezetenen tegen dat schot aan te duwen om dat weer op zijn plaats te krijgen. Dat was weer diezelfde doodsangst, maar die moffen kwamen nooit in Limmen. Die kéken alleen maar naar dat rijwiel herstelplaatsje van Hollander. Er moest nog eens een zak tarwe naar boven gedragen worden. En je wordt van dat lange binnen zitten natuurlijk zo vreselijk melig, dat houd je niet voor mogelijk. Volgens mijn vader was mijn broer zelfs in die tijd zo sterk als een ijsbreker. Hij was zo mager als een lat, maar hj moest die zak tarwe naar boven dragen. Mijn moeder stond boven aan de trap en mijn broer met die zak tarwe op zijn rug stond op de trap en mijn vader met zijn kop onder die zak tarwe om mee op te duwen. Ik stond beneden. Mijn moeder stond boven geintjes te maken en melig te doen. Mijn broer begon te lachen en Zei. Moeder, hou toch op, anders laat ik echter niet meer inhouden en liet een paar keiharde winden. Mijn vader lag met zijn neus tegen zijn kont aan. Dus je kunt wel raden. Je moet er bij zijn geweest. Ik dacht dat ik het in mijn broek deed.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2013 | | pagina 59