kunnen we het beste spreken van een "begraven Hofstede"
in kaart gebracht door de werkgroep en dit sluit aan op de
bevindingen van Hooghuizen.
De sporen van grachten en sloten die in verband kunnen worden
gebracht met de begraven hofstede Hooghuizen zijn te dateren in
de Late Middeleeuwen. Uit historische bronnen is niets bekend over
dit kasteelterrein. Het centrale middenterrein was bereikbaar via een
toegangweg uit het oosten en was 6 meter breed. De baksteen
vondsten uit de binnengracht zijn te dateren tussen 1375-1625. In
het binnenterrein stonden één of meer met leisteen bedekte stenen
gebouwen. De verdedigbare functie van de buitenring lijkt
symbolisch, maar was door de aanleg van meerdere ringen wel
effectief genoeg om de potentiële vijand te vertragen in de aanval.
Op basis van de naam Hooghuizen, de aanwezigheid van een
centrale gracht en het gebruik van bakstenen, zou de vindplaats op
het eerste gezicht gekarakteriseerd kunnen worden als een
kasteelterrein. Het is alleen de vraag of we daarbij moeten denken
aan een effectief verdedigbaar kasteel. Juist in de Late
Middeleeuwen, vanaf 1450, treffen we een groot aantal omgrachte
adellijke huizen aan die niet verdedigbaar waren. Voor Hooghuizen
(begraven betekent omgracht of omgraven). Op grond van
zeldzaamheid is Hooghuizen zeker behoudeniswaardig, het is één
van de weinige vindplaatsen van een begraven hofstede in de regio.
Ondanks naarstig speurwerk zijn wij er tot nog toe niet in geslaagd
om vast te stellen wie de eigenaar/bewoner van dit