vliegen naar die schuilkelder. Hij zei: "Als er een bom komt met onze
helemaal niet erg dat mijn vader zei: "We gaan niet meer". Dat
aan mijn vader: "Pap, is het nou afgelopen?" Toen zei die: "Nee,
mijn kind, nu gaat het pas beginnen". Dat is een uitspraak, die ik
"Opschieten, inpakken en vlug, we gaan naar Engeland! Gauw
pakken, vlug!" Wat mijn moeder in haar zenuwen allemaal ingepakt
W e kwamen ergens tot voor IJmuiden. Verder kwamen we niet, het
zat afgestampt met auto's en mensen. Een krankzinnige drukte, die
zei tegen mijn vader: "les, blijf staan, Je kunt nooit weten!" Maar mijn
vader zei: "Nee, het heeft geen enkele zin, hier komen we nooit
door". Die dokter is er wel doorgekomen maar wij zijn toen
weet ik nog heel goed, daar hebben wij later nog erg om moeten
lachen. En mijn vader was tamelijk moe van dat heen en weer
naam er op heeft het toch geen zin om weg te lopen of te schuilen.
Ik verdom het, ik ga niet meer". Ik voelde mij altijd eng in die
schuilkelder. Nee, A msterdam werd toen niet gebombardeerd. Het
zal wel paniekerigheid of vals alarm zijn geweest, dat weet ik niet.
Maar wij zijn heel wat keren heen en weer gerend naar die
schuilkelder. Als kind begrijp je dat allemaal niet zo goed, maar je
krijgt wel een bepaald angstgevoel over je. Ik vond het dan ook
duurde maar vijf dagen, die hele toestand en toen kwam er de
capitulatie, waar ik ook geen fluit van begreep. Ik wist alleen, dat de
sirenes niet meer afgingen. En toen kwamen de eerste jongens van
het front terug en die werden met groot onthaal begroet. Ik vroeg
nooit zal vergeten. Hij wist het. In die vijf dagen oorlog hebben wij
ook nog geprobeerd naar Engeland te vluchten. Mijn moeder moest
in een mum van tijd inpakken, wat er in te pakken viel, maar veel
bagage kon er niet mee, want mijn vader kwam naar boven en riep:
heeft, bleek later de grootste nonsens. Linnengoed, washandjes en
de geborduurde randjes, die met punaises op de linnenkastplanken
geprikt werden en meer van die flauwekul. Geen kleren, maar het
eerste het beste wat ze pakken kon had ze in die koffer gedaan.
niet verder ging. We waren met een auto van een kennis van mijn
vader. Achter ons stond een dokter, ik geloof dokter Tasbergen. Die
teruggegaan. Ik neem aan, dat men weg probeerde te komen met
vissersboten en alles dat maar naar Engeland wilde varen. Ik had
daar toen geen notie van. Maar ik heb heel IJmuiden toen nooit
gezien. ^V ij kwamen dus terug en voor zover ik mij kan herinneren
48