zei: "ik wil d'r ien gulde voor geve". met een glimlach of kwinkslag de klant te voorzien. Het was crisis, veel erger dan nu. Dus de mensen hadden weinig geld te besteden. Toch was het leven niet alleen kommer en kwel. Nee hoor, de melkboer, de bakker en de anderen gingen fluitend door het dorp en wisselden vrolijke moppen uit. Ik denk dat de armoede minder knellend werd ervaren omdat het iedereen in het dorp trof en het leed gezamenlijk werd gedragen. Honger werd er niet geleden, maar uitgaven voor luxe mochten op een laag pitje. Ook kwamen er veel kooplieden van buiten Marskramers met een soort koffertje dat naar twee kanten openklapt een reeks artikelen voor JU huishoudelijk gebruik etaleerde, zoals stopgaren, spelden, vingerhoeden, enzovoorts. Natuurlijk ontbrak ook de scharensliep niet. Die werd als zeer nuttig ervaren. Een mes slijpen, dat ging voor de mensen nog wel, maar een schaar, dat was wel even wat anders. Ook kocht een man vodden en soepkluiven, maar voor oud ijzer kregen wij Dorus de W aard door het dorp met zijn paard en wagen. Dorus had een voorspelbare taxatieprijs. W at je ook aanbood, hij het dorp. Jaap De De bloemenventers Er r was ook een flink aantal Limmer jongens en mannen, die handel dreven buiten ons dorp. Meestal met bloemen, maar ook wel met groenten. Limmen was een bloemendorp, dus hadden de bloemenjongens uit Limmen een betrouwbaar imago. Naast de ambulante handel van buiten kwamen er ook heel veel arme mensen uit de stad om een aalmoes bedelen. Sociale voorzieningen bestonden toen niet en uit de armenkassen van kerken of van de algemene armenkassen kregen ze maar een paar guldens en daar konden zij niet van leven. Vaak zorgden zij om tw aalf uur bij het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2012 | | pagina 9