van het duin. Na één keer zei Arie: "Zo en nu nog 9 keer". "Ja, maar
dat doe ik niet", zei Ton. "Nou dan kom je er niet!", zei Arie. Ja, zo
met dat riet was bekleed. Arie noemde zijn achtertuin met trots "de
Heerlijkheid". Als Arie op visite ging, nam hij meest al aardbeien of
"n
39
krijgen. Als hij 64 jaar oud is rijdt hij nog een tocht in Li 11 ehammer
over 120 km. Later houdt hij het maar bij priksleeën op het St et en
Overdie.
Er wordt tot op de dag van vandaag nog steeds gestreden om de
Arie Krom bokaal, wat Arie voor de komende tientallen jaren
mogelijk heeft gemaakt.
Jaren later gaf hij nog schaatstraining aan Ton Groot. Zij gingen dan
het strand op en dan moest Ton rennen van de vloedlijn tot de top
was hij wel, hard maar eerlijk!
Arie was een impulsief mens. Zonder iets te zeggen reed hij soms
met de fiets achter in de auto naar Friesland, zijn geliefde provincie,
om daar met een vertegenwoordiger van schaatsfabriek Nijdam een
paar dagen te gaan fietsen in de omgeving van Oranjewoud. Ar i e
ging altijd vroeg naar bed, rond 20.00 a 21.00 uur. Ook al had hij
bezoek, hij stond dan op, zei niks en ging naar de keuken en nog
een deur door en naar bed. Ja, want hij stond om 4.00 a 5.00 uur 's
morgens weer op. Ari e was ook een natuurliefhebber, niet zelden
pakte hij de fiets op zondag. De pomp was open en Jo, zijn vrouw,
en zijn dochters moesten het maar uitzoeken. Hij bond zijn polsstok
aan zijn fiets en ging vaak bij Jan Swart, aan de Laandervaart, het
land en de polder in. Over sloten springen en kiefteieren zoeken,
daar had hij een fijne neus voor. Aan het gedrag van de vogels kon
hij zien, waar de kievit zijn nest had. Hij ging ook we l uit jagen m et
grote Jan Bakker. Beiden gingen zij dan met de bus naar
Callantsoog de polder in, of naar het Zwanenwater Het geweer
onder een lange jas en daar gingen ze dan. Ze jaagden meestal op
hazen, konijnen en eenden.
Achter het huis had Arie nog een groentetuin en een kleine
boomgaard met fruitbomen. Vaak ging hij ook met Jan Swart riet
snijden. Achter in de tuin had hij een soort tuinhuisje, wat helemaal
bloemen uit eigen tuin mee. In een hoekje van de tuin teelde hij
aardappelen. Dat zijn mijn verboden vruchten zei hij dan, want in
verband met ziektes mochten er in de Limmer bollengrond geen
aardappels worden verbouwd. Als er s zomers gemaaid werd langs