D, zo'n hekel aan. "Nee hoor", zei ik, "ik ga weer naar Scandinavië". bedrijf, dat wil zeggen: bloembollen, maar ook dahlia's, rozen, Oslofjord. Toen dacht ik nog: "M et mijn Deense taal red ik het daar wel", maar dat had ik mooi mis! Als ik daar met de jongens aan het voetballen was, dan riepen ze: "Paspo Dansken" ("Kijk uit voor de Deen"). Er zat niets anders op dan Noors te leren. Ik heb daar een Z moet rekenen, het Oslofjord is daar zo'n veertig kilometer breed. Op discriminatie daar e was in die tijd nog heel erg. Ik had daar wel Ik ben nog een paar maanden bij Piet Vooren gebleven. Vi T horsen ben ik terecht gekomen in Noorwegen. Di e had daar een kennis en daar kon ik aan het werk op een kwekerij, een gemengd chrysanten. Het was een vrij klein bedrijf. Het lag vlakbij het prachttijd gehad. Die baas daar had een zeilboot, een echt zeewaardig jacht, een motorboot en een roeiboot. Het was een 1 ldorado eilen met de jongens en meiden, die daar werkten Je Op zondagochtend vroeg ging ik makrelen vangen. Dan maakte ik ze schoon en de meiden bakten ze voor ons. Die meisjes deden het huishouden, maar als er tijd over was, dan hielpen zij ook in de kwekerij. Onder het wieden vertelde ik dan verhalen, over Holland en zo, maar wel met de nodige fantasie erbij natuurlijk. Bij die baas ben gebleven. anderhalf jaar Zweden Ik heb uit Noorwegen vandaan ongeveer een jaar in Zweden gewerkt bij een bloemkwekerij om de Zweedse taal te leren. Alle drie de landen hebben echt hun eigen karakter, ook de bevolkings groepen bezitten hun eigenheid. Je moet heel anders omgaan met een Zweed dan met een Noor. Zweden zijn keurig beleefde mensen, maar erg gesloten. Als je ze beter leert kennen, zijn ze aardig. Noren zijn trots op hun land en terecht. Zij bezitten ook veel gas en olie. Die kwekerij was best een hele grote, ongeveer zeven hectare onder glas. Er werkten daar veel nationaliteiten. In de kantine ging ik vaak bij de Denen zitten, maar dat namen de Hollanders die er werkten, 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2012 | | pagina 17