De F ord kwam na de oorlog goed van pas. Toen de oudste dochter Ria na de Mulo in 1946 in de zaak kwam was de winkel zo goed als leeg. J an had in de oorlog bijna zjn hele voorraad bij zjn klanten ingeruild voor voedsel. O m de voorraad aan te vullen reed h ij geregeld met zjn Ford naar Twente en ook wel Zeeland. "punten" genoemd). Naast de hij zo'n briefkaart waarop vaak alleen maar stond: 'een pak voor Klaas, 1.82'. Hij ging dan met drie of vier pakken in de aangegeven 46 bergruimte te verkrijgen. Als de Ford op topsnelheid (60 km per uur) door het dorp snelde had h ij veel bekijks. De naam vliegende doodskist was al gauw algemeen bekend. O mdat het veel moeite kostte om b ij Jansen en Tilanus in Vriezenveen ondergoed los te krijgen beproe fd e hij zjn geluk in Hulst. Daar bevond zich de fa briek van Lockeveer die heel goed was in de fabricage van ondergoed. Als J an daar was gebruikte hij, als fervent roker, de gelegenheid om belastingvrije Belgische sigaretten in te slaan, met slo ffe n tegelijk. Dat kwam hem als smokkelaar nog eens op een flinke boete te staan. Op weg naar huis werd hij door de douane klemgereden. De sigaretten werden in beslag genomen. Dat was nog het ergste. Als J an thuis kwam met zijn auto vol textiel ging dat als een lopend vuurtje door het dorp. Al heel snel stond er een rij huisvrouwen voor de winkel met de punten in de aanslag (er was distributie en veel schaarse goederen waren op de bon; om onnaspeurbare reden werden textielbon nen punten die nodi g waren moest voor de goederen ook betaald worden. Na de oorlog pakte Ja n zijn activiteiten van voor de oor log weer op. Hij bezocht met zijn vliegende doodkist boeren en tuinders in de Schermer, de Beemster, de Starmeer, de Egmondermeer en Langedijk. Hij verkocht daar voornamelijk pakken. Bij zijn klanten liet hij aan hem geadresseerde briefkaarten achter. Regelmatig ontving maat, rekening houd end m et m elkers tijd, op pad. Meestal werd de koop gesloten. Hij kende zijn klanten.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2011 | | pagina 47