VRIJ-MAN EN DE SWEEPSTAKE In de Lim merbuurt, daar waar de esterweg begint en zich van de Rijksstraatweg afsplitst, in dat puntje tussen die twee wegen, stond vroeger een huisje. ^V e gaan voor ons verhaal even terug naar het begin van de vorige eeuw. Dat huisje is er niet meer want net zoals een aantal andere huisjes langs de Stra atweg, moest ook dit de tol betalen voor de verbredin g. In dat huisje woonde een man die van een onbekend elders naar Lim men was gekomen. En zoals dat vroeger was: de dorpsgen ote n hadden er recht op om te weten wat voor vlees ze in de kuip had den! Ze trachtten er achter te komen, maar dat bleek niet eenvoudig, om dat de man niet erg spraakzaam was. Al s dan één van de buren het er op waagt om te vragen hoe h ij heette, kreeg h ij te horen: Ik ben Vrij m an". Dat kan de mensen aan het speculeren brengen want de manier waarop hij die naam uitspraak kon de vrager al op het verkeerde been gezet hebben. Probeer h et maar eens de naam Vrj man in twee delen uit te spreken en de nadruk te leggen op het eerste deel vrij man. De verdenkingen De geruchtenstroom kwam op gang en de wildste verdenkingen daalden op de man neer. Een VRIJ man was in de fa ntasie van de dorpelingen iemand die in een onvrije situatie had verkeerd. Ga dan nog even door en de man had in de gevangenis gezeten natuurlijk, en kon niet terug naar zjn eigen woonplaats omdat de schande hem dan bleef achtervolgen. Bij het gissen naar het delict had de goegemeente al snel een aantal bloedstollende zaken ten laste gelegd, en oo k ja. waar om niet, de verdenking dat hij mogelijk zijn eigen vrouw z ou he bben verm oord. Stel je toch voor, j e vro uw vermoorden. Zoiets kwam vroeger met letters van het choco ladeletter formaat op de voorpagina in alle kranten van ons goede vaderland Nee, je vrouw vermoorden, dat kon je maar beter niet doen want de edelachtbare rechter liet dat niet even gebeuren, maar legde je geheid een levenslange gevangenisstraf op. En levenslang bete kende toen nog: Tot de dood er op volgt. 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2011 | | pagina 32