gedaan, dat venen, en het was zo'n handige zak, dus hij had zelf inleveren en dan kreeg je een reguutje. Maar ik zei: "Nee, dat kan niet, ik moet eerst praten met de heer Van der Kieft". "Dat zal je niet veel helpen", was het antwoord, "denk maar niet dat je uitstel kan krijgen". Maar goed, ik naar de heer Van der Kieft. "Weet u", had ik tegen hem gezegd, "Mijn vader is invalide en ik moet twee bunder vader kan dat niet doen". Nadat de heer Van der Kieft mij had aangehoord, zei hij: "Je geeft niets af; je gaat eerst naar je huisarts Ausweis". Dus ik naar dokter Van Oppen. Die man werkte altijd zo naar de burgemeester. Die zei: "Ga maar naar Dirk Aafjes". Aafjes zei alleen: "Goh, Piet, wat zal je het druk hebben!" Maar goed, ik had een steekijzer en een uitgooiertje gemaakt. Met dat steekijzer stak vader de maat van de turven en die pasten precies in het uitgooie rtj e, waarmee ik de turven van onderen eruit schoof en omhoog gooide. Cor en Ad waren de vangers; daar had je twee man voor nodig, want de kruiwagen moest verderop geleegd worden en dan kon de ander doorgaan met vangen. En toen kwam het beric ht: ik moest m e laten keuren op het Arbeidsbureau in Beverwijk, en ik zou dan naar Duitsland gestuurd worden. Nu had ik een seintje van de ondergrondse gehad, dat op dat bureau, afdeling Landbouwzaken, zat ene meneer Van der Kieft, en dat was geen NSB-er. Op dat bureau moest ik mijn papieren land ontginnen. Dat is nodig voor de voedselvoorziening en mijn om een verklaring te halen waarop staat dat je vader invalide is. Daarmee ga je naar de boerenleider in Limmen. Hij moet bewijs geven dat je twee bunder land moet ontginnen, dan krjg je je geweldig m ee. Zelfs al kwam je om een verklaring dat je vader dood was, zou hij het nog geven, b ij wijze van spreken. M aar ja, boeren leiders waren NSB- ers en in Limmen hadden we er geen, dus ik mijn papiertje, dat was geregeld en n jaar ge ldig. Dus het jaar daarna moest ik weer naar Beverwijk, naar de heer Van de Kieft, voor verlenging. Helaas, de heer Van de Kieft had de uitdrukkelijke boodschap: h ij mocht echt niets doen. Al leen de bedrjfsschool bij Fokker, dat was wel een mogelijkheid. De school van Fokker was gevorderd door de Duitsers. M aar als ze op die school dachten dat je genoeg wist, dan werd je alsnog naar Duitsland gestuurd. O p die school heb ik het best naar mijn zin gehad. Ik kon het heel goed hebben met de leraren. Mj n voordeel was, dat ik een boerenjongen was, uit een dorp waar eventueel eten 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2011 | | pagina 24