Jaargang nr. 24 2010
fabrikant Godin, regelmatig roodgloeiend was en uiteindelijk een
bolle buik kreeg vanwege het doorzakken.
Op een stuk land van onze buurman Toon Dijkman werden
tabaksplanten verbouwd. De kwaliteit van de tabak, die daarvan
afkwam, moet niet geweldig geweest zijn. Mijn vader, een stevige
roker, kreeg ook wat tabaksbladen om te fermenteren. Die
sigaretten, die hij ervan draaide, heeft hij kuchend en proestend
opgerookt. Maar hij heeft nooit een tweede portie gevraagd. Dan
liever wachten totdat onze overbuurman, Klaas de Goede, weer wat
rookwaar voor zijn winkel aangeleverd kreeg. Dat was niet vaak.
Meestal kreeg mijn vader het standaardantwoord te horen: "Nou
Ujlenhoet, ik hew helegaar niks, miskien aere week".
Op een ander stuk land achter ons huis, naast het huis van Jan Vis
aan de Schoolstraat, werd turf gestoken. Daar vielen nog wel eens
53
Heer en mevrouw Uijlenhoet