Jaargang nr. 24 2010
luide plof gepaard ging. Maar wat een pech! De fles was schoon
leeg en de zuurdesem zat in fraaie kloddertjes tegen het plafond. Of
die klodders nog bruikbaar waren kan ik me niet herinneren. Maar
de schrik en de teleurstelling waren groot.
Mijn vader gaf de moed niet op. Hij probeerde het opnieuw en
gebruikte hetzelfde recept. Na een paar dagen werd de fles weer uit
de kelder gehaald. Om schoonmaakwerk in de keuken te besparen
werd de pan met meel deze keer buiten op de regenput geplaatst.
Voorzichtig wrikte hij de kurk uit de hals van de fles terwijl hij de fles
vlak boven de met meel gevulde pan hield. Het gevolg was
verrassend. Na een doffe plof zagen we een van onder tot boven wit
bepoederde vader vloekend de keuken in lopen. Om wat te kunnen
zien had hij zijn bril afgezet. De witte gedaante keek ons van onder
witte wenkbrauwen en vanuit een wit gezicht met twee ronde blote
ogen aan. We waagden het er pas op te proesten van het lachen
toen hij achter in de tuin het kostbare meel van zich afsloeg. De pan
was door de eigengemaakte zuurdesem leeggeblazen. We aten die
dag geen wittebrood en moesten het doen met het grauwe
regeringsbrood van bakker Piet Breed.
Jan Pijnappel
48